Tijdelijk waren voor het uitvoeren van vernielingen ingedeeld in Vak Schaijk 4-2 R.H., in Vak Erp 3-en 6-2 R.H., terwijl voor patrouillegang ten O. van de Maas tijdelijk waren ingedeeld in Vak Erp 5-2 R.H. te Boxmeer, in Vak Asten 2-1-2 R.W. te Blerick en in Vak Weert 1-1-1 R.W. te Baexum. Deze moesten na het volvoeren van hun taak terugkeren naar het III L.K., resp. de Lt. Div. Niet ingedeeld in de Vakken waren: - 4-K.Md., een compagnie autotreinen, ingedeeld bij de Peel Div., aanvankelijk Mierlo, op 11 Mei te Vught; - C.A.At. van de Peel Div.; - Groep 's-Hertogenbosch, Groep Breda en Groep Geertruidenberg der Ptr.; - G.B.J. waarvan de staf zich bevond te Oisterwijk, de compagnieën te Tilburg, Goirle, Vessem en Eindhoven, elk met een groot aantal wachten bij vernielings- en versperringsobjecten. Bij dit bataljon waren enige sectiën ingedeeld van 3 en 6 G.B., die te zamen met delen van G.B.J. waren aangewezen als bewakings, tevens springploegen bij de bruggen over het Wilhelminakanaal van Oosterhout tot de Zuid-Willemsvaart. Het St.K. van C.-III L.K. (tevens cp.) bevond zich te Vught; het St.K. van C.-Peel Div. was gevestigd te Eindhoven, doch een cp. was voorbereid te Hout, ten Z.W. van Helmond. De opdracht voor C.-Peel Div. was het beveiligen van de terugtocht uit Noord- Brabant van III L.K. en Lt.Div., waartoe de troepen van de Peel-Raamstelling en van de Maaslinie hun stellingen tot elke prijs moesten verdedigen en zich des noods zouden moeten opofferen. Daarna was de taak, de vijandelijke opmars vertragen en voor overmacht vertragend terugwijken in de richting(en), die door de omstandigheden zou(den) zijn geboden. De opdrachten voor de troepen waren: - Voor de troepen van de Maaslinie het vaststellen en melden van grensoverschrij dingen en een vijandelijke opmars vertragen door het uitvoeren van voorbe reide vernielingen en versperringen ten O. van de Maas en door aan de Maas hardnekkig weerstand te bieden; - Voor de troepen van de Peel-Raamstelling de hardnekkige verdediging voeren, waarbij de troep was ingeprent, dat die verdediging zou worden gevoerd tot de laatste man. In deze opdrachten was dus de mogelijkheid van terugtrekken, die in de op dracht voor C.-Peel Div. lag opgesloten, terecht niet tot uitdrukking gebracht. Voor een goed begrip van de gebeurtenissen dient te worden vermeld, dat het voornemen voor de terugtocht van III L.K. en Lt.Div. slechts aan enkele officieren van de Staf van III L.K. en slechts aan de C. en de Chef van de Staf van de Peel Div. bekend was. 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 23