zelf van de juistheid van dit bericht en toen hem bleek, dat de 3e Comp. inderdaad
vertrokken was, nam hij contact op met C.-2e Comp., wiens compagnie met uitzon
dering van enkele groepen toen nog intact was. Uit uitwisseling van gegevens bleek,
dat de 2e Comp. nagenoeg geheel ingesloten was (het was toen 11 Mei 1.30)
en daarom werd besloten, de beide groepen te verzamelen. De luitenant van de
3e Comp. deed tijdens het aantrekken van de 2e Comp. een hevig vuur afgeven.
De 2e Comp. en de sectie van 3e Comp. zijn daarop via de B.P.M. cantine
tussen, in het terrein aanwezige, Duitse afdelingen door naar Lage Peel vertrokken,
waar het daglicht werd afgewacht. Hoewel Langenboom is gepasseerd, is niets van
de Bat.staf bemerkt, die daar (blijkbaar goed gedekt) nog verbleef. Te Lage Peel
voegden zich nog enkele andere afdelingen bij deze troep.
Er is daarop door de luitenant van de 3e Comp. verkend naar 't Hoekske, waar van
een uitkijktoren af wel Duitse, doch geen Nederlandse troepen werden waar
genomen.
Daarop is C.-2-I-6 R.I. met het detachement naar Zeeland vertrokken (zie
verder hierna).
C.-I-6 R.I. heeft na het luchtbombardement de opstelling van de keukentrein
geregeld, die was opgesteld ongeveer 800 meter zuid van de cp. Toen omstreeks
21.00 Duitse patrouilles op 500 meter van deze plaats werden gezien, is de keuken-
trein onder leiding van de verplegingsofficier overhaast teruggetrokken naar
Vught, waar hij op 11 Mei te 4.30 aankwam.
Te Schaijk ontmoette deze officier te 23.00 twee motorordonnansen van C.-Vak
Schaijk, die aan Cn.-I-3 R.I. en 1-6 R.I. het bevel voor de terugtocht hadden
moeten overbrengen, doch die niet verder dan Zeeland waren gekomen en die hij
thans niet meer weg kon zenden in verband met de Duitse patrouilles.
De verplegingsofficier sloot met zijn keukentrein te Vught aan bij het detache
ment, onder bevel van C.-3-I-6 R.I. (zie boven).
Na 21.00 kwamen telkens kleine groepjes teruggeweken manschappen bij de
cp. van C.-I-6 R.I., waaronder ook personeel van 11-26 R.I., dat aan de Maas had
gevochten. De B.C. heeft dit personeel verzameld, dat gaandeweg aangroeide,
mede tengevolge van het reeds vermelde teruggaan van de le Comp.
Te ongeveer 2.30 (op 11 Mei) heeft de bataljonscommandant de verzamelde
troepen toegesproken en gewezen op de opdracht, om tot het uiterste stand te
houden, waarna allen naar hun posten terugkeerden en wel:
de le Comp. onder haar commandant, enig personeel der 2e Comp. onder een
luitenant en enig personeel der 3e Comp. onder de C. der M.C.
De B.C. wist niet, dat C.-3e Comp. met het gros van zijn compagnie was
vertrokken.
Spoedig bleek echter, dat het voor de le Comp. uitgesloten was, de stelling nog
te bereiken. Volgens de C.C. was het al moeilijk om de troepen mee te krijgen en
223