Toen aan C.-I-3 R.I. na de artilleriebeschieting bleek, dat geen troepen meer
in het voorterrein aanwezig waren, besloot hij, terug te gaan.
Te 7.30 viel hij echter in handen van een Duits bataljon, dat in opmars was van
Mill naar Uden. Des namiddags omstreeks 14.00 werden enige honderden Neder
landse krijgsgevangenen, in hoofdzaak van 1-3 R.I., verzameld nabij pl. 34 aan de
spoorlijn UdenMill.
Van de compagnieën is het volgende bekend.
De le Comp. is vrijwel geheel gevangen genomen. De C.C. was, zoals reeds
medegedeeld, teruggetrokken via Zeeland naar 's-Hertogenbosch en Tilburg.
De 2e Comp. is met de C. nagenoeg geheel gevangen genomen.
C.-3e Comp. is met zijn commandogroep teruggetrokken op Veghel, waar hij
verder het lot van de M.C.-II-2 R.I. heeft gedeeld (zie bij Vak Erp).
De meest zuidelijke sectie is door 1-2 R.H.M. medegenomen naar 's-Hertogen
bosch; de S.C. heeft zich op de cp. van C.-Vak Schaijk te Vught gemeld, doch
ontving van de aldaar aanwezige officieren (C.-Vak Schaijk was afwezig) geen op
dracht en ging te zamen met C.-M.C. door naar Gorinchem.
C.-M.C. en een luitenant zijn met een deel van het personeel en enkele stukken
eveneens met 2 R.H.M. teruggetrokken op 's-Hertogenbosch en met de sectie
tirailleurs van de 3e Comp. doorgegaan naar Gorinchem.
De adjudant-onderofficier van M.C.-1-3 R.I.die nabij de Ruïne Kapelhof was
gebleven en de terugtocht der beide luitenants niet had bemerkt, is 11 Mei 2.00 met
enige mannen teruggetrokken op 's-Hertogenbosch en heeft zich aangesloten bij
11-29 R.I.
C.-3 Bt. 6 veld en het merendeel van zijn personeel zijn gevangen genomen.
Losse groepen van het bataljon zijn bij andere onderdelen terechtgekomen,
waarvan zij het lot hebben gedeeld, hetzij terugtocht naar de Vg.Holland, hetzij
naar Zeeland, België en Noord-Frankrijk.
C.-I-6 R.I. had in de vroege morgen enige luitenants op verkenning uitgezonden,
die te 8.15 meldden, dat de stelling was verlaten en niet meer was te bereiken.
Zoals reeds is medegedeeld, waren in de vroege morgen de 3e Comp. (gedeelte
lijk) en de verplegingsofficier met de keukentrein naar Vught vertrokken en was de
2e Comp. teruggetrokken naar Lage Peel en daarna naar Zeeland.
De B.C. verliet te 8.45 met 4 officieren, 1 adjudant-onderofficier, 1 vaandrig
en 3 soldaten (w.o. 2 paardenoppassers) zijn cp.; de rest van de staf was reeds op
eigen gelegenheid verdwenen. Hij begaf zich naar de cp. van de Vak C. te Schaijk,
die hij verlaten vond en reed daarna naar 's-Hertogenbosch.
Te Heesch vond hij echter C.-2e Comp. met zijn compagnie, een sectie van 3e
Comp. en een aantal anderen.
C.-2e Comp. was te Zeeland onzeker geweest, welke weg hij zou volgen, die via
227