Het geniedetachement Frets was, zoals op blz. 243 werd medegedeeld, te 21.00 te Gemert gaan legeren (sterkte ongeveer 60 man). Bij St.-I-3 R.I. wist slechts de officier van dienst iets van deze aankomst af. Door een verzuim zijnerzijds is vergeten, het detachement omtrent de terugtocht naar de Zuid-Willemsvaart in te lichten, zodat het rustig doorsliep in het kasteel te Gemert, toen iedereen terugtrok. Op 11 Mei te 7.00 werd het kasteel door de Duitsers belegerd en, nadat enige tijd een vuurgevecht was geleverd, in brand geschoten. De kapitein heeft zich daarna moeten overgeven met een deel van zijn detachement. Een luitenant heeft kans gezien te ontvluchten en is bij de Zuid-Willemsvaart aangekomen 1). Uit den aard der zaak wist de Vak C. hiervan niets. C.-II-20 R.A. had van de Vak C. bevel ontvangen, in stelling te komen ten W. van de Zuid-Willemsvaart. C.-I-13 R.I. deelde hem daarna mede, dat hij spoedig moest vertrekken, daar een hindernis in de weg naar Gemert te 1.00 zou worden gesloten. Door de haast en het verbod, licht te gebruiken, is de Afdeling wel met de stukken (op één na) vertrokken, doch van de munitie was slechts een deel medegenomen, terwijl de slagpijpjes en een deel der afvuurpijpjes ontbraken2), waardoor de Afdeling niet in staat was tot vuren. Bij Gemert vernam de Afd. C., dat hij slechts bij Beek (in het aan Vak Bakel toegewezen vak) de Zuid-Willemsvaart kon overtrekken. Daarop bleek het niet mogelijk, het gehucht Zondveld rechtstreeks via landwegen te bereiken, weshalve de Afdeling doorreed naar Neinsel (Z. van St.Oedenrode). Vandaar meldde de Afd.C. zich bij de Vak C., die, ondanks zijn mededeling, dat nergens in Noord- Brabant munitie meer was, gelastte, in stelling te komen 1 km ten W. van de Zuid- Willemsvaart, tussen de weg naar St. Oedenrode en de spoorweg. Hij ging verkennen en ontmoette een kapitein van de infanterie, die mededeelde, reeds te zijn teruggetrokken, zodat de Afdeling in het vuur van zijn onderdeel zou komen te liggen3). De Afd. C. gaf nu bevel, door te rijden naar Best4) en meldde van daar uit te 9.30 aan de Vak C., dat het stelling nemen niet mogelijk was geweest. Zeer terecht gelastte de Vak C. hem, zich onmiddellijk bij hem te melden, het geen hij uitvoerde. Na een hevige discussie werd C.-20 R.A. opgebeld, die mede deelde, dat er geen munitie meer was. Daarop kreeg de Afd. C. bevel, zich te melden bij C.-20 R.A. te Tilburg. Hij zette zijn Afdeling daarheen in beweging en reed vooruit, zodat hij te 14.00 te Tilburg aankwam. 245 J) 21 man van het detachement, vermoedelijk niet te Gemert geweest zijnde, zijn bij 5 C.Pn. ten N. van de Waal aangekomen. 2) De munitie van deze oude vuurmonden bestond uit de granaten, dozen met schokbuizen, dozen met slagpijpjes, tonnetjes met kardoezen en dozen met afvuurpijpjes. 3) Vermoedelijk is hier sprake van 1-15 G.B., die in reserve was geplaatst tussen de Zuid-Willems vaart en St. Oedenrode. 4) Meer dan 6 km ten Z.W. van St. Oedenrode.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 263