In de Peel-Raamstelling waren van zuid naar noord opgesteld:
II versterkt met 3-III, twee sectiën pag., vijf stukken 6 veld van Peel Bt. en
twee sectiën mortieren;
III (min 3), versterkt met 30 Bt. 6 veld (4 stukken), een stuk van Peel Bt. 6 veld,
een sectie pag. en een sectie mortieren.
De scheidingslijn met Vak Weert liep van Sluis 13 aan de Zuid-Willemsvaart
naar pontveer aan de Noordervaart en vandaar Z.W. langs Roggel; de scheidings
lijn met Vak Bakel liep van Deurne (Vak Bakel) noord van en evenwijdig aan de
spoorweg naar Venlo.
De hoofdstelling liep van Sluis 13 aan de Zuid-Willemsvaart ongeveer langs de
provinciale grens (d.i. noord langs de onbegaanbare en geïnundeerde Groote
Peel), ten N.W. van Meijel over Neerkant naar het kanaal van Deurne en langs dit
kanaal naar Griendtsveen.
Tussen Sluis 13 en de rechter vleugel van 3-III (ingedeeld bij II) bevond zich
een onbezette ruimte, die door de voorliggende inundaties werd gedekt.
Vóórverdediging was ingericht aan de Noordervaart bij Roggelschedijk, aan
het kanaal van Deurne bij Heldenschedijk en bij Helenaveen.
Bij Griendtsveen was de frontlijn plaatselijk vooruit gebracht en diepteverdedi
ging ingericht.
Inundaties bevonden zich in het gebied ten N.W. van de Noordervaart, in het
gebied ten W. van de Helenaveen- of Peelvaart en ten O. en Z.O. van Griendts
veen.
11-30 R.I. (waarbij was ingedeeld 3-III-30 R.I.) had de 3e Comp., versterkt met
2 stukken 6 veld in de vóórverdediging geplaatst, verdeeld over Heldenschedijk en
Roggelschedijk, dus op de toegangswegen over het kanaal van Deurne en de Noor
dervaart naar Meijel. Bij elk der beide wegen bevonden zich twee sectiën en een
stuk 6 veld, onder bevel van een luitenant.
De cp. van de C.C. bevond zich te Meijel.
Deze zwakke bezetting kon ogenschijnlijk niet veel anders dan zeer tijdelijke
vertraging veroorzaken, doch hierna zal blijken, dat de indruk der Duitsers anders
was.
Bij het bataljon, bevond zich een sectie pag., die op 8 Mei uit het Ie Depot
inf. te 's-Gravenhage was gekomen.
In de hoofdstelling ten N.W. van Meijel bevonden zich van Z.W. naar N.O.:
3-III, versterkt met een sectie zw.mitr. en een sectie pag. in drie gescheiden
steunpunten, nl.:
- een sectie tirailleurs in open stellingen op de rechter vleugel;
- twee sectiën tirailleurs, waarvan een in open opstellingen en een in kaze-
251