matten en een sectie zw.mitr. in kazematten, die de Vossenberg en omge ving bezet hadden, een beheersend punt in moeilijk toegankelijk terrein ten Z.W. van de kunstweg MeijelAsten; - een sectie tirailleurs en een sectie pag. in kazematten aan de kunstweg over Asten; 1-II, versterkt met vier zw.mitr., twee sectiën mortieren en twee stukken pag., tussen de wegen van Meijel naar Asten en van Meijel naar Liesel, over een frontbreedte van 800 m met betonkazematten voor negen lt.mitr. en vier zw.mitr. en overigens open opstellingen; 2-II, versterkt met vijf zw.mitr., een sectie pag., en een sectie mortieren ter weerszijden van de kunstweg naar Liesel, over een frontbreedte van onge veer 1500 m, aansluitend aan de kazematten van l-III aan het Kanaal van Deurne. Bij het bataljon waren enige geweren tegen pantser (t.p.) ingedeeld. De cp. van de B.C. bevond zich aan de kunstweg naar Liesel. 111-30 R.I. (min 3) was gegroepeerd met de le Comp. ter verdediging van de toegang over Helenaveen en Hooge Brug naar Liesel en met de 2e Comp. ter verdediging van het acces Griendtsveen. De le Comp. was versterkt met 30 Bt. 6 veld en had bij Helenaveen twee sectiën tirailleurs en twee stukken 6 veld. Aan het Kanaal van Deurne was bij de Hooge Brug een kern van twee mitr.groepen, twee zw.mitr. en een stuk 6 veld gevormd, die uit de diepte kon worden gesteund door een sectie zw.mitr. in open opstelling, op ongeveer een km meer westelijk; een tweede kern van twee groepen, een zw.mitr. en een stuk 6 veld bevond zich aan de weg van Helenaveen naar Neerkant (Lage Brug geheten); tussen deze twee kernen stonden lt.mitrs. Hoewel het terrein zeer sterk was, was de verdediging toch onvoldoende, om krachtige weerstand te bieden. De 2e Comp. verdedigde het acces Griendtsveen in aansluiting met 1-1-27 R.I., terwijl de kazematten zich naar het Z. uitstrekten tot op 1000 a 1200 m meer zuidelijk aan de Helenaveen- of Peelvaart en het Kanaal van Deurne. Op het acces zelf was diepteverdediging ingericht in drie lijnen, nl. ter hoogte van het Kanaal van Deurne en resp. l1/2 km en 21/.2 km oostwaarts. Twee sectiën zw.mitr. waren over de verschillende lijnen verdeeld; een stuk 6 veld en een sectie pag. bestreken de wegen naar het O. en Z.O; een sectie mortieren stond ten W. van het kanaal van Deurne opgesteld. Deze accesverdediging was vrij sterk. Ook bij dit bataljon waren enige geweren tegen pantser ingedeeld. De cp. van de B.C. was gevestigd te Liesel. Op verschillende plaatsen waren mijnenvelden gelegd, die scherp zijn gesteld. C.-Vak Asten had zijn cp. gevestigd te Asten. 253

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 271