f. DE VERDEDIGING VAN VAK WEERT OP 10 MEI Dit Vak stond onder bevel van een luitenant-kolonel der infanterie, wiens cp. was gevestigd nabij de Maarheezer hutten (aan de kunstweg MaarheezeWeert). De hoofdverdediging bevond zich aan de Zuid-Willemsvaart tot nabij Sluis 13, terwijl een voorverdediging aan de Noordervaart was ingericht. Tussen de linker vleugel van de hoofdverdediging en de rechter vleugel van 11-30 R.I. bij de Vossenberg bevond zich het open, moeilijk begaanbare terrein van de Groote Peel. Van rechts naar links waren opgesteld: - 11-41 R.I., versterkt met 41 C.Mr. (min een sectie) en 41 Bt. 6 veld; - 4 G.B., bestaande uit drie tirailleur compagnieën, twee sectiën zw.mitr., vier stukken pag. en vier geweren t.p.; - 1-30 R.I., versterkt met twee stukken pag.; hiervan de 3e Comp. voorver dediging. In het vak van 4 G.B. stond 1-20 R.A. (8 st.) in stelling. De scheidingslijn tussen 11-41 R.I. en 4 G.B. hep loodrecht op de Zuid-Wil lemsvaart bij pl.56, ten O. van de spoorlijn; die tussen 4 G.B. en 1-30 R.I. liep loodrecht op de Zuid-Willemsvaart, ter hoogte van pl.60. Aan de Maas bevond zich 17 G.B. en aan de Belgische grens stonden enige grenswachten en patrouilles. De onderdelen aan de Zuid-Willemsvaart ten W. van Nederweert hadden waarschuwingsposten in het voorterrein. Bij Nederweert bevond zich op het kanalenkruispunt een door kazematten verdedigd eilandje. De rechtervleugel van 11-41 R.I. hing in de lucht en daarom was de le Com pagnie enigszins omgebogen achter een inundatiekade van de inundaties, die bij Dorplein waren gesteld. Er bevond zich geen reserve achter deze vleugel, terwijl Dorplein, Grootschoot e.o. slechts door waarschuwingspatrouilles waren bezet. Bij herhaling was door de Vak C. aangedrongen op troepen voor deze vleugel, doch hieraan kon, na de wijziging in de taak der troepen in Noord-Brabant in begin April, niet worden voldaan. Met de Belgen bestond geen contact en de sterkte van de Belgische bezetting van het Verbindingskanaal Schelde-Maas was niet bekend. De bouw van de kazematten aan de Zuid-Willemsvaart was nog niet afgelopen. Een aantal kazematten was nog vers en voor een groot deel waren dan ook de semi-permanente opstellingen bezet. 261 (Zie schets/kaarten Nrs. 10, 11 en 12)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 279