omtrekkende bewegingen van de vijand in de richting Budel, alsmede een bericht, afkomstig van C.-Vak Asten, dat de vijand in Maarheeze zou zijn, konden echter het ergste doen vrezen. C.-Peel Div. heeft, zoals reeds werd medegedeeld, nog in de loop van de middag aan zijn C.-Vbd.A., die te Princenhage was, telefonisch een bevel doen geven, de verbindingen te Tilburg weder te doen herstellendoch voordat dit tot uitvoering was gekomen, was hij met de drie officieren, die hij nog ter beschikking had, naar Princenhage vertrokken, terwijl ook C.-20 R.A. opdracht had ontvangen, zich daarheen te begeven. Kort vóór zijn vertrek was op zijn cp. verschenen de luitenant van St.-17 G.B., die nabij Baexem nog te hebben stelling genomen, over Weert en Heeze was terug getrokken. Deze ontving bevel, de resten der Peel Div. te Breda en Roosendaal tot eenheden te formeren. Deze luitenant is echter de volgende dag over Mierlo en Hoogstraten naar Antwerpen vertrokken. C.-Peel Div. heeft overwogen, zijn chef van de staf te Tilburg te laten, doch meende bij nader inzien, dat hij te Princenhage zijn gehele staf nodig zou hebben, om de teruggevloeide troepen te ordenen. Het vertrek uit Tilburg had, in verband met de luchtbombardementen op de weg Tilburg—Breda, plaats na het invallen van de duisternis. Van dit ogenblik af is er geen sprake meer geweest van leiding van C.-Peel Div., daar geen der ondercommandanten meer contact met hem heeft gekregen. Toen hij bij de plaats van de nieuwe cp. (hotel Burck bij het Liesbosch) aan kwam, bleek aldaar de staf te zijn vertrokken. Een nog aanwezige korporaal van de politietroepen deelde mede, dat de officieren naar Roosendaal waren gegaan. Onderweg had C.-Peel Div. waargenomen, dat in het Mastbosch lange colonnes Franse infanterie en lichte vechtwagens oprukten, terwijl langs de weg Etten Princenhage talloze motoren met zijspan aanwezig en in opmars waren J). Na de korporaal van de Ptr. ontdekte C.-Peel Div. een deel van de trein, die onder een sergeant was achtergelaten. Deze deelde mede, dat hij naar Zevenbergschenhoek moest vertrekken. Daarop vond C.-Peel Div. een deel van de Vbd.A., waarvan de C. Zevenbergen als bestem ming opgaf. Hij dirigeerde beiden op Roosendaal. De talrijke, op allerlei soorten van voertuigen vervoerd wordende, troependelen der Peel-Div., die te Princenhage voorbij kwamen, deelden mede, dat zij naar Roosendaal moesten via Oudenbosch. De C.-van het det.Ptr. werd daarna in de omgeving aangetroffen en deze deelde, 278 Te Etten bevond zich de cp. van de C. der 25e Franse gemotoriseerde Divisie, welke bezig was, stellingen te bezetten aan de Mark te en N. en Z. van Breda. Delen van de Groupement Lestoquoi bevonden zich eveneens nog bij Breda.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 296