hebben getracht, bij hotel Burck weder contact met hun commandant te krijgen. Onbegrijpelijk is, dat er zelfs niet een van de drie C.-Peel Div. vergezellende officieren (waaronder de enige twee officieren van de staf met krijgsschoolopleiding) ter plaatse is achtergelaten. C.-Peel Div. begaf zich met zijn officieren op weg, om over Oosterhout, Dongen naar Tilburg te gaan, daar de weg BredaTilburg moest worden vrijgelaten en deze de vorige dag voortdurend het doelwit van luchtaanvallen was geweest1). In Oosterhout stond een Franse post bij het Wilhelminakanaal, waardoor C.-Peel Div. werd verstrekt in zijn mening, dat de Franse opmars in volle gang was. Hij voerde in verband met het luchtgevaar het tempo van zijn rit op, reed daar door de weg naar Dongen voorbij en stootte bij Loon op Zand op de spits van een colonne van de 9e Duitse Pantserdivisie, die over Loon op Zand in opmars was en die hem en zijn officieren gevangen nam. Deze gevangenneming was uit den aard der zaak niet bij de troepen bekend en te vergeefs zocht men naar de commandant, die verdere bevelen moest verstrekken. Omtrent het vertrek van de staf uit Princenhage (Liesbosch) is uit de voorhanden gegevens het volgende gebleken. Er waren voor het inrichten van deze cp. vooruit gezonden een kapitein van Sectie I, de C. van het troependetachement, de C. van de Vbd.A. en de C. van het detachement politietroepen, allen met het nodige personeel; bovendien de intendant, met een toegevoegd officier en daarna ge leidelijk de officieren van de sectiën Ilia, Illb, IV en V. Na de volvoering van zijn opdracht was daar, zoals reeds is medegedeeld, als gevolg van een telefonisch bevel, gebleven de kapitein van sectie I, die verband met de Franse kolonel Dario had opgenomen. Later is bovendien aangekomen de majoor, hoofd van de sectie motor dienst. C.-20 R.A. had zich gevestigd in hotel Boschhek bij het Mastbosch, waar zich een Franse staf bevond. Toen C.-Vbd.A. na zijn tocht in de richting Tilburg, te ongeveer 23.00 te Princenhage terugkeerde, bleek de staf te zijn vertrokken. De opdracht was achtergelaten, met de Vbd.A. via Etten naar Bergen op Zoom te gaan. Onderweg had hij bij Rijen de C. van Vak Erp aangetroffen en volgens diens verslag zou C.-Vbd.A. hebben medegedeeld, dat 's-Hertogenbosch en wellicht ook reeds Tilburg in Duitse handen was. Dit was echter een opgevangen gerucht, dat niet juist was. De C. van het detachement politietroepen had volgens opdracht verschillende punten tussen Breda en Roosendaal doen bezetten, teneinde alle troepen naar Roosendaal te dirigeren. Midden in de nacht ontving hij (naar hij in zijn verslag 280 De rechtstreekse weg zou de kolonel hebben gevoerd langs de stelling, die op zijn bevel te Dongewijk moest zijn ingenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 298