Toen de vernielingen ten W. van de Maas in de eerste phase van de strijd
werden uitgevoerd, zijn daardoor bovendien nog tal van verbindingen verbroken.
De bezetting der Maaslinie bestond uit drie grensbataljons en vier bataljons
van hogergenummerde regimenten.
De encadrering was zeer verschillend, daar de grensbataljons ontstaan waren
uit de vredes grens (2e) bataljons, die na de mobilisatie met een of twee uit grens
wachten gevormde compagnieën zijn versterkt.
De grensbataljons werden gecommandeerd door beroeps-majoors, de andere
door reserve-officieren; van de 12 compagniescommandanten der grensbataljons
waren 9 beroeps-kapiteins, van de 16 overige slechts een. Ook bij de sectie- en
groeps Cn. der grensbataljons was meer beroepskader (w.o. veel capitulanten).
De sterkte der groepen aan de Maas was over het algemeen gering, doordat veel
personeel moest worden geleverd voor taken ten O. van de Maas en andere nood
zakelijke diensten.
De zw.mitrailleurs waren over de tirailleursectiën verdeeld. De sectie Cn. der
zw.mitr. waren echter ingeschakeld, zgdat de compagnieën dan ook veelal in 5
of 6 gemengde sectievakken waren verdeeld, waardoor deze althans iets kleiner
werden.
Ten O. van de Maas bevonden zich grenswachten en versperringsploegen,
terwijl daar door wielrijders van 2 R.H. en R.W. werd gepatrouilleerd.
De hiertoe bestemde eskadrons bevonden zich:
1-1-1 R.W. te Baexum (west van Roermond);
2-1-2 R.W. te Blerick;
5-2 R.H. te Boxmeer.
Onderstaande staat geeft een overzicht van de frontbreedten, de bewapening
en het aantal kazematten in de Maaslinie.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
11
Onderdeel
Front
breedte
in km
lt.
mitr.
zw.
mitr.
kanon
6 veld
pag.
kanon
5 cm
in
rivier-
kaz.
kanon
8 st.
mor
tier
Aantal
kaze
matten
Vak Schaijk
3-II-26 R.I
2,5
9
6
2
1
15
2-II-26 R.I
2,8
12
2
1
13
1-II-26 R.I
3,9
10
3
1
14
4-II-26 R.I
3,8
12
5
1
2
14
Vak Erp
2-15 G.B
5,5
11
5
1
2
14
3-15 G.B
3,5
9
2
1
1
9
1-15 G.B
5,0
12
4
1
1
14