Hij vestigde zijn c.p. aan een landweg, ongeveer 50 m van de kunstweg Veghel St. Oedenrode verwijderd. Op de kunstweg bleken 2 stukken 6 veld en 1 stuk pag. te staan1). Eveneens bleek de aanwezigheid, iets meer zuidelijk, van 1-15 G.B. Kort daarna werd kanonvuur bij de Zuid-Willemsvaart gehoord en nu en dan kwamen militairen uit die richting terug, eenmaal zelfs per autobus met een witte vlag. Spoedig bleek, dat 3/4 van de compagnie niet ter plaatse was gekomen; naar later bleek, waren de sectiën bij aankomst reeds te midden van terugtrek kende troepen gekomen en daardoor medegesleept. De Vak C. zond te ongeveer 12.30 een bericht van C.-Peel Div. door, dat binnen enkele uren een Frans pantserregiment te hulp zou komen en dat dus tot het uiterste moest worden stand gehouden. Dit bericht bereikte de B.Cn. te 13.00 en bracht het moreel omhoog. Te ongeveer 14.00 ontving hij echter een schriftelijk bericht van C.-I-13 R.I., inhoudende, dat zijn bataljon terugtrok, terwijl daarna bleek, dat ook de beide andere bataljons terugtrokken, in verband met een overtocht van de vijand over de Zuid-Willemsvaart ten N.W. van II-2 R.I. (dus in het niet bezette gedeelte)2). Deze berichten, die gepaard gingen met het terugvloeien van verschillende onderdelen, waren voor de Vak C. reden, om zich naar het W. te verplaatsen, ten einde, zoals hij schrijft, zich aan gevangenneming te onttrekken. Het is niet meer mogelijk geweest, met enige nauwkeurigheid vast te stellen, wat er bij de cp. voor berichten werden ontvangen en in hoeverre het onmiddellijk dreigende gevaar zo groot scheen, dat overhaast vertrek nodig was. Waarschijnlijk is de hierna vermelde aanwezigheid van vijandelijke pantser wagens in de rug van de bataljons ook de Vak C. bekend geworden. Hij verplaatste zich naar Best, dus 10 km meer westelijk en gaf aan enige offi cieren opdracht, op de kunstweg Eindhoven's-Hertogenbosch de terugvloeiende troepen op te vangen, hetgeen geen resultaat had. De treinen, die zich bij St. Oedenrode bevonden, hadden reeds opdracht ontvangen van de kapitein-adjudant, zich in de richting Tilburg te begeven. Daar te Best geen telefonische verbinding was te krijgen met C.-Peel Div., begaf de Vak C. zich naar Oisterwijk, waar hij wist, dat zich de cp. van C.-G.B.J. bevond. Onderweg dirigeerde hij verschillende treinen, o.a. die van zijn eigen staf, in de richting Tilburg. Te Oisterwijk stelde hij zich telefonisch in verbinding met St.-Peel Div. Het is waarschijnlijk, dat zijn mededelingen het eerste of een der eerste berichten zijn geweest, dat de Zuid-Willemsvaart was doorbroken, hetgeen dan aanleiding kan 305 0 De sectie 6 veld was van 13 Bt.6 veld. 2) Dit is dus dezelfde overtocht geweest, die ook bij 111-14 R.I. in Vak Schaijk bekend werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 323