en wist via Best, Oirschot en Tilburg het dorp Gilze te bereiken, vanwaar hij op 12 Mei via Antwerpen in Zeeuwsch-Vlaanderen aankwam met een inmiddels tot 400 man aangegroeid detachement. C.-4-2 G.B. had nog slechts een sectie kunnen verzamelen en bereikte daarmede eveneens St. Oedenrode, vanwaar hij zich per rijwiel verder westwaarts begaf. In Oirschot, waar hij een rusc liet houden, werd hij in de avondschemering door de Duitsers overvallen en raakte hij zijn mannen kwijt. Met zijn luitenant trok hij daarop langs landwegen in de richting Tilburg, doch viel op 12 Mei te ongeveer 2.00 in Moergestel in handen van de Duitsers. Het beeld, dat uit de medegedeelde gegevens naar voren komt, is het volgende. Nadat in de morgen reeds was bekend geworden, dat de Duitsers de Zuid- Willemsvaart naderden en Veghel en Erp hadden bezet, werd te ongeveer 11.00 op de beide in dit vak naar de Zuid-Willemsvaart lopende wegen het contact door de Duitsers opgenomen. Toen hun hieruit en uit de verkenning door een vliegtuig bleek, dat de Zuid-Willemsvaart werd verdedigd, hebben zij zich tot het gevecht ontwikkeld. Toen daarbij artillerie werd ingezet, is bij het zuidelijke bataljon (1-13 R.I.) bij een der compagnieën een teruggaande beweging ontstaan, die zich uitbreidde en er toe leidde, dat dit bataljon geheel terugtrok. Bij de Erpsche ophaalbrug slaagden de Duitsers er in, vaste voet op de W.oever van het kanaal te krijgen, waarna zij een noodovergang maakten en daarover enige pantserwagens op de W. oever deden overgaan. C.-I-13 R.I. zond van het teruggaan van zijn bataljon een bericht aan de Vak C., die bij zijn commandopost bovendien verschillende losse onderdelen zag terug trekken. Vermoedelijk is de Vak C. tevens bericht, dat er pantserwagens op de W.oever waren gezien, die daarop is teruggetrokken en geen contact meer met zijn B.Cn. heeft gehad. De over het kanaal gedrongen pantserwagens reden over Zondveld of langs landwegen tussen dit oord en het kanaal in N.richting en kwamen aldus in de rug van de tegenover Veghel strijdende compagnie van 11-17 R.I., die voor een groot deel werd gevangen genomen. De overige compagnieën van dit bataljon trokken op St. Oedenrode terug. De Duitse pantserwagens zijn van de omgeving van Sluis 4 niet verder naar het N. gestoten en daardoor is II-2 R.I., gedeeltelijk op bevel van de B.C., gedeeltelijk op initiatief van C.Cn., die geen bevel ontvingen, kunnen terugtrekken. De terugtrekkende troepen van Vak Erp stroomden voor het grootste deel samen te St. Oedenrode, waar C.-Vak Bakel juist aankwam, nadat C.-Vak Erp was vertrokken. 313 SAMENVATTING VAN DE GEBEURTENISSEN IN VAK ERP.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 331