Vervolgens kreeg hij ten W. van Tilburg contact met de R.C., van wien hij ver nam, dat het regiment zou verzamelen bij Roosendaal. Te Ginneken (hotel Boschhek) kreeg hij contact met C.-2e Comp. Ten slotte is hij via Rijsbergen naar Antwerpen getrokken. De le Comp. had zich genesteld in Helmond-west in de huizen langs de Zuid- Willemsvaart. De vernielde bruggen over deze vaart werden door zw.mitr. en pag. bestreken. Met de B.C. heeft deze C.C. geen contact gehad en hij had ver zuimd, aan zijn chef de plaats van zijn cp. te melden. De kapitein had, met het oog op een eventuele terugtocht, die volgens zijn ver slag was voorzien in de richting Hout, op een drietal plaatsen achter zijn compagnie autobussen en trucks doen gereed stellen. In het begin van de middag verscheen de vijand in Helmond. Er ontstond een vuurgevecht en na enige tijd raakte de munitie op. Daarop bleek, dat de wagens met reserve-munitie verdwenen waren en vervolgens, dat een sectie, met mede neming van de auto's voor twee secties, verdwenen was. Van de noordvleugel kwam bericht, dat het neven bataljon de Zuid-Willems vaart verliet en de C.C. besloot nu, zijn compagnie te verzamelen en op Hout terug te trekken. Juist was het hem gelukt, twee secties te verzamelen, toen een inspecteur van politie met een witte vlag verscheen, die een order van een Duitse commandant overbracht, inhoudende dat, als het vuren niet onmiddellijk werd gestaakt, de stad zou worden gebombardeerd en de burgemeester, de commissaris van politie en de C.C. zelf tegen de muur zouden worden gezet. De C.C. antwoordde, dat hij zou ophouden met vuren, mits hij gelegenheid kreeg, terug te trekken en de ge wonde (de enige die er was), mede te nemen. Hij trok daarop met het verzamelde personeel naar Hout, waar de B.C. bleek te zijn vertrokken, daarna richting Eindhoven, doch hij vond de brug ten N.O. van Mierlo over het Eindhovenschekanaal opgeblazen. Zoals reeds medegedeeld, was een deel van zijn compagnie nog daarover terug getrokken, hetgeen de C.C. niet wist. Hij keerde terug, reed over Stiphout naar Eindhoven en vandaar in de richting Best. Onderweg vernam hij, dat de brug bij Best ieder ogenblik kon worden opgeblazen en daarom koos hij de route via de Oirschotse baan naar Oirschot. Inderdaad hoorde hij onderweg het opblazen van de brug bij Best. Toen de weg te slecht werd, moest worden gebruik gemaakt van een toevallig tegemoetkomende Philipstruck. Een sectie der 2e Comp., op een vrachtauto vast- gereden in een zandweg, werd opgevangen en kon gedeeltelijk worden medege voerd, terwijl de rest de weg te voet vervolgde1). Te Oirschot werd nog door andere 320 l) De vrachtauto is later door C.-I-41 R.I. aangetroffen, nog beladen met mitrailleurs, wapens en ander materieel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 338