blinden van 2 cm dikte. Deze stekelvarkens lagen op 200400 m afstand van elkaar, zodat een aaneensluitend flankerend vuur op het kanaal kon worden ge bracht. Zij bestreken eveneens de beide prikkeldraadhindernissen (met ijzeren palen), die langs de buitenoever en op het voortalud van de wal waren aangelegd (zie de hierbij opgenomen schets). Met tussenruimten van ongeveer 1 km waren bovendien flankerende kazematten voor zware mitrailleurs aangelegd, die het terrein vóór het kanaal, dan wel achter het kanaal onder vuur konden nemen; de laatsten bestreken volkomen het flauw- hellende achtertalud van de wal, aan de voet waarvan een derde draadhindernis was aangebracht. Deze geheel gedekt achter de wal liggende kazematten hadden wanden van 0,801,20 m gewapend beton en een bovendek van 1 m dikte, dan wel waren gietstalen kazematten. Deze wal langs het kanaal was voor de achter liggende vuurorganen een nadeel. Er werd met het gevolgde systeem afgeweken van het algemeen geldende be ginsel, dat de vuurorganen, die een hindernis bestrijken, op enige afstand achter die hindernis moeten liggen. Het noordelijke gedeelte van het kanaal viel samen met de Groote beek en daarna met de Raam. Op verschillende plaatsen waren de kazematten gebouwd op enige afstand vóór de reeds gebouwde stelling. Het dal van de Raam was geïnundeerd en deze inundatie, met de Raam en daar langs geplaatste prikkeldraadhindernissen er midden in, gaf dit gedeelte een groot passief weerstandsvermogen. Vóórdat het Defensiekanaal gereed was, werd in het stellinggedeelte bij Rips, waar zich veel bosterrein bevond, begonnen met een antitankkanaal van de voor malige Hazenhut in N.W. richting naar de Klotter Peel (kp. 7.5 aan kunstweg Mil- heezeRips), vandaar in ongeveer N.richting langs kp. 19.5 aan de kunstweg GemertSt. Anthonis. Dit kanaal was op 10 Mei gereed. Het Defensiekanaal was echter daarna gemaakt van de voorm. Hazenhut naar Vredepaal, vandaar over kp. 13.5 aan de kunstweg RipsSt. Anthonis, kp. 2.2 aan de kunstweg Gemert St. Anthonis, om met enige scherpe hoeken uit te komen bij de Staartjesweg op ongeveer 1 km oostwaarts van het eerder genoemde antitankkanaal. Dit laatste vormde dus min of meer de koorde van de door het Defensiekanaal gevormde boog en werd het Koordekanaal genoemd. De grootste afstand tussen die beide kanalen bedroeg 4,5 km. Het gevolg van de aanleg van het Defensiekanaal is geweest, dat vóór de front lijn een tweede verdedigingslijn werd aangelegd, die van 4,5 km (bossen bij Rips) tot ongeveer 250 m van elkaar lagen. Het normale systeem van verdediging werd dus verlaten en er ontstond een zekere tweeslachtigheid. Toen in de plaats van III L.K. zes bataljons traden, die toch over Defensie- 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 34