sectie het bevel overbrengen, om het gehucht Dijk (op de O.oever bij Sluis 10) onder vuur te nemen. Er ontstond hier en daar neiging tot terugtrekken en de B.C. dwong zelf met waarschuwingsschoten een aantal vluchtelingen, terug te keren naar de Zuid- Willemsvaart. De C. van de 2e (linker) Compagnie zond een bericht, dat 1-27 R.I. terugtrok en dat hij desgelijks deed. De B.C. beval hem d.m. van zijn adjudant, zijn stelling weder in te nemen en zond twee ordonnansen naar de R.C. met bericht over het terugtrekken van 1-27 R.I.; zij kwamen niet terug. Er kwam te ongeveer 16.00 een bericht van C.-2e Compagnie binnen, dat Helmond door de Duitsers bezet was, welk bericht bij onderzoek juist bleek en een gerucht meldde, dat ook 11-30 R.I. reeds was teruggetrokken. Daarna kwam er een bericht, dat de trein te Mierlo in handen van de Duitsers was gevallen. De druk van de vijand in front nam toe. De C. van de Bt. 6 veld meldde (on geveer 18.00), dat de vijand sterk opdrong en bij Sluis 11 over het kanaal was, zodat, indien de B.C. terug wilde, dit spoedig moest geschieden. De B.C., die zich geheel geïsoleerd waande, vreesde te zullen worden afgesneden, en hoewel het des morgens van de R.C. ontvangen bevel gewaagde van een eventuele terugtocht na het invallen van de duisternis, besloot hij, nog voordat het duister was, terug te trekken. Hij gaf daartoe bevelen uit, die inhielden, dat de compagnieën, moesten verzamelen op een punt aan een landweg, die van Lierop naar het westen liep. Voor zoveel dit bevel de onderdelen bereikte, werd het zodanig opgevolgd, dat het terugtrekken op een vlucht geleek. Bij het verzamelpunt kwam slechts een klein deel van het bataljon, ter sterkte van ongeveer 300 hoofden, aan. Niet alleen was het niet mogelijk geweest, de zw.mitr., 6 veld, pag. en mortieren onder vuur van de kanaaldijk mede terug te voeren, doch ook de lichte mitrailleurs had men op één na achtergelaten. De B.C. ging met deze 300 man op weg, stootte op een Duitse patrouille en nam een man gevangen. Op 2 km N.O. van Geldrop hield hij rust tot middernacht, om nakomers in te wachten, die echter niet meer verschenen. Te middernacht werd afgemarcheerd via Geldrop naar de O.rand van Eindhoven (3.00). Uit telefonisch ingewonnen inlichtingen bleek, dat deze stad door de Duitsers was bezet en dat de bruggen over het Wilhelminakanaal waren opgeblazen. De majoor trok nu langs de zuidrand naar de westrand van Eindhoven, waar hij zijn troep in boerderijen onderbracht tot 6.00, toen hij afmarcheerde via het vliegveld tot vlak bij Wintelre. Aldaar geraakte hij in vuurgevecht met Duitsers, die zich in boerderijen hadden genesteld. Na enige tijd verschenen ook twee pantserwagens en er vielen een dode en enige gewonden. Het grootste deel van de troep verborg zich in boerderijen en met 45 man bereikte de B.C. de nabijheid van 343

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 361