het terrein troepen terugstromen. Na enige tijd waren er nog slechts een luitenant, enige ongewapenden en 3 vrachtauto's met goederen en munitie over, waarmede hij, voorafgegaan door de majoor (in burgerkleding in een personenauto) richting Heeze trok, waar hij vast reed op een vernielde brug ten O. van Heeze, doch door een zijweg Heeze wist te bereiken. Hij verliet deze plaats in N.richting, juist toen Duitse motorrijders uit Z.richting binnenreden. Tenslotte kwam hij via Eindhoven (waar hij de majoor in burgerkleding kwijt raakte x) bij Best over het Wilhelmina kanaal, waar de brug nog niet was gesprongen; vervolgens werd hij opgenomen in de algemene terugtocht naar Tilburg en verder westwaarts, op weg naar Breda, kreeg hij contact met de Vak C. C.-M.C. bevond zich met zijn enige sectie zeer geïsoleerd in een breed, niet door andere troepen bezet vak. Hij meldt wel de aanwezigheid van 11-30 R.I., doch niet die van het det. 2 G.B., waarmede hij blijkbaar geen contact heeft gehad. In de loop van de middag kwam de sectie onder hevig vuur, waarbij een sergeant van het linker stuk, een sergeant en een soldaat van het midden stuk door granaatscherven van mortieren zwaar werden gewond; bij het rechter stuk, waar mede de kapitein geen verband had, werd het kijkervizier stuk geschoten. De kapitein had een vaandrig met enige mannen het terrein achter zijn opstel ling in gezonden, nadat aldaar vijand was gemeld, zodat bij het midden en linker stuk nog slechts 7 man over waren. Ten slotte deed het aantal gewonden en het vijandelijk vuur hem besluiten, de strijd te staken. Hij liet een witte zakdoek op steken en werd gevangen genomen (16.00), vermoedelijk door vijand, die in zijn vak over het kanaal is gekomen. De uitgezonden vaandrig zag zich in het terrein de terugweg naar zijn comman dant afgesneden en trok in W.richting terug; hij heeft Oirschot bereikt, doch geraakte aldaar krijgsgevangen. Bij de le Compagnie verscheen in de namiddag in burgerkleding een kapitein van 2 G.B. (zie noot1) op blz. 342). In de late namiddag begon de strijd in de om geving van Sluis 10, waarbij de vijand van mortieren gebruik maakte. Tevens vloog een vliegtuig over de opstellingen en mitrailleerde deze, waardoor het moreel sterk werd beïnvloed. Nadat door de C.C. een bericht was ontvangen, dat de vijand meer noordelijk over het kanaal was, verscheen op een gegeven ogenblik, langs de kanaal dijk rijdende, een auto met soldaten en een zw.mitr., die van Sluis 11 kwamen en mededeelden, dat de Duitsers ook daar over de Zuid-Willemsvaart waren en door het zijterrein oprukten. Blijkbaar was het in gang zijnde gevecht geen beletsel om langs het kanaal te rijden. In de strijd bij Sluis 10 weerde zich een luitenant zeer goed, die een op een schip geplaatste zw.mitr. bediende. Ook de 6 veld, pag. en mortieren waren in actie en 345 0 Onderdelen van 1-27 R.I. hebben van deze majoor te Eindhoven nog inlichtingen ontvangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 363