enige boerderijen, waarin de Duitsers zich hadden opgesteld, gingen in vlammen op. Langzamerhand begon echter de munitie op te raken en de C. der 30 Bt. 6 veld, die C.-le Comp. bij zijn cp. niet aantrof (zie hierna), begaf zich naar de B.C., om deze te melden, dat de vijand sterk opdrong en dat de stelling weldra in de rug zou worden •aangevallen. De B.C. gaf daarop bevel, terug te trekken. C.-30 Bt. 6 veld heeft dit bevel aan een der luitenants van de le Comp. door gegeven, waarna het rechter gedeelte van die compagnie en het personeel de zw.mitr., pag. en 6 veld in snelle vaart door het open terrein terugtrok; de luitenant met de zw.mitr. op het schip vuurde echter door en is eerst later terug getrokken 1). C--30 Bt. 6 veld ontmoette daarna nog de oudste luitenant van deze compagnie aan wie hij bevel gaf, te verzamelen te Lierop. Hij zelf begaf zich met zijn ordon nans naar voren, om zijn rijwiel te halen, doch kwam in mortiervuur terecht, dat hem noodzaakte, zich te dekken (vermoedelijk ongeveer 19.30). W eldra bemerkte hij, dat de Duitsers over het kanaal waren en na het invallen van de duisternis wist hij, terwijl rondom lichtkogels werden afgeschoten en zoeklichten bij het kanaal het terrein beschenen, te ontkomen. De volgende morgen trof hij in het terrein bij Heeze enige Nederlandse militairen aan, die mededeelden, dat dit dorp reeds in de middag van 11 Mei door Duitse pantsertroepen was bezet. Met enigen hunner heeft hij op 14 Mei Zeelst bereikt, waar hij de capitulatie vernam. Daarop heeft hij zich in burgerkleding naar zijn woonplaats Voorburg (Z.-H.) begeven en zich op het A.H.K. gemeld. Dat de C. van de le Compagnie niet op zijn cp was, vond zijn oorzaak in het volgende. Hij had tussen 17.00 en 18.00 de B.C. ontmoet, die zich naar de stellingen aan het kanaal begaf en die hem opdroeg, een opdracht tot vuuropening aan de mor tieren te gaan geven. Hij had hieraan gevolg gegeven en was naar zijn cp. terug gekeerd. De B.C. kwam daarna op de cp. en deelde hem mede, dat hij zich naar de voorste lijn moest begeven, omdat er z.i. neiging tot terugtrekken scheen te bestaan. Terwijl het vuur levendiger werd, begaf de C.C. zich in het midden van zijn vak naar voren (waar een open ruimte was tussen de noordelijke en zuide lijke twee sectiën). Op dit ogenblik vloog, al mitraillerende, het reeds vermelde vliegtuig langs het kanaal en daarna werd het vuren bij de Z. helft van de compagnie zwakker, waaruit de kapitein afleidde, dat het vliegtuig veel verliezen had ver oorzaakt. Hij begaf zich nu naar de noordelijke sectiën, doch zag zich de weg afgesneden door Duitsers, die ongeveer 500 m ten N. van Sluis 10 over het kanaal waren gekomen. Het begon reeds te schemeren en de kapitein wachtte de duisternis af, 346 0 Deze luitenant heeft Zeeland nog bereikt en is 20 Mei op het S.S. Pavon bij Calais verongelukt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 364