dat op zijn nader bevel de terugtocht moest worden uitgevoerd, hetgeen voor de troep moest worden geheim gehouden. Het plan voor de terugtocht was het volgende 11-41 R.I. en 4 G.B. moesten verzamelen bij de cp. van de Vak C., die daarna met deze bataljons zou marcheren over Maarheeze en Leende naar Heeze, van waar hij, nadat I-30-R.I. over Sterksel zou zijn aangesloten, met de gehele colonne zou marcheren over Eindhoven naar Oirschot. In hoeverre dit plan geheel aan alle B.Cn. is uiteengezet, staat niet voldoende vast. C.-I-30 R.I. maakt in zijn verslag slechts melding van een na het invallen der duisternis uit te voeren terugtocht in de richting Tilburg, terwijl hij mede deelt, in de avond een telefonisch bevel te hebben ontvangen dat hij ter plaatse moest blijven. De beide andere B.Cn. wisten, dat zij op nader bevel moesten ver zamelen bij de cp. van de Vak C. Uit het volgende zal blijken, dat de gebeurtenissen de uitvoering van de plannen hebben doorkruist en dat de telefonische verbinding tussen de Vak C. en de Cn.-II- 41 R.I. en 4 G.B. werd verbroken, toen de vijand op de flank en in de rug van het Vak optrad. De Vak C. zond de luitenant, C. van de goederentrein (die geen functie had, daar deze trein bij de bataljons was) op een niet meer bekend tijdstip met het geneeskundig personeel over Hoef aan de Pan naar Sterksel, waar hij moest aan sluiten bij 1-30 R.I. Vermoedelijk werden de levensmiddelen-treinen naar Maarheeze gedirigeerd en zijn ook andere treinen bij de cp. van de Vak C. verzameld (althans die van 4 G.B.). Ook heeft de Vak C. 1-20 R.A., naar zijn cp. aangetrokken, welke Afdeling onge veer 16.00 bij de Maarheezer Hutten aanwezig was J). Te 17.00 ontving hij van de vak-paardenarts, die zich te Maarheeze bevond, bericht, dat vijandelijke pantserwagens zich te Budel bevonden. Kort daarop deelde de burgemeester van Maarheeze mede, dat Engelse pantserwagens waren vastge steld, hetgeen de Vak C. niet geloofde. Hij zond daarop zijn kapitein-adjudant met de C. van de Vbd.A. ter verkenning naar Maarheeze, doch zij kwamen niet terug2). 352 1) Deze Afdeling was, evenals de andere Afdn. 8 St., ongeveer georganiseerd als volgt: de stukken waren met paarden bespannen; het personeel was op rijwielen; zij telde 2 personenauto's, 4 goederen auto's, 18 munitie-auto's en 124 rijwielen. 2) De kapitein-adjudant is door de aanwezigheid van Duitse pantserwagens niet kunnen terug keren en in N.O.richting door het terrein gegaan; hij ontmoette, zoals bij Vak Asten is mede gedeeld, de C. van 3-III-30 R.I. met een aantal militairen in de vroege morgen van 12 Mei ergens ten O. van Maarheeze. Beiden werden te ongeveer 10.00 tussen Someren en Heeze ge vangen genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 370