geworden was op straat met zijn luitenant-toegevoegd, kwam plotseling voor een pantserwagen te staan en moest zich overgeven. Daarna bleek hem, dat vele officieren, onderofficieren en manschappen waren gevangen genomen. Hij werd op een pantserwagen naar Deurne gebracht, waar (volgens zijn verslag) een Duitse divisiestaf aanwezig was, en later naar Duitsland vervoerd. Het lot van de rest van de colonne zal hierna worden medegedeeld in de beschrij ving van de gang van zaken bij de bataljons. Uit het dagboek der 56e Duitse Div. blijkt, dat 5/I.R.192 te 18.45 (17.05 Ned.tijd) Leende nam, waar het tot een heftige huizenstrijd kwam. Over de strijd zijn geen Nederlandse gegevens bekend. Vermoedelijk heeft hier een gevecht plaats gehad met de vernielingsploeg bij de brug over de Aa, waarvan hierboven sprake is. Omtrent de strijd in Leende in de morgen van 12 Mei meldt het dagboek: Te 4.30 ontstaat in Leende een oordgevecht met verspreide Hollanders. Luit. Richter, Hoinka en Naumann, 8 man van de regimentsstaf en 2 pantserwagens van de gemot. Aufkl.Abt., die in de nacht van 11 op 12 Mei in Schaft onderge bracht was, nemen na een korte huizenstrijd een luitenant-kolonel, 8 officieren en 250 man gevangen. Ongeveer 30 vrachtauto's met oorlogsmateriaal van allerlei aard geladen, 5 kanonnen en 2 stukken pag. werden buit gemaakt. Luit. Henks zwaar gewond. Het betreft hier vermoedelijk de regimentsstaf van I.R.192 en enige pantser wagens van de 30e Div., die uit Schaft verband opnamen te Leende. Geneeskundig personeel en -materieel De luitenant, die met het uit het gehele vak verzamelde geneeskundige personeel en de trein naar Sterksel was gezonden, was daar te 23.00 aangekomen. Twee mede gevoerde gewonden werden opgenomen in de psychiatrische inrichting aldaar en er werd tot legering overgegaan. In de vroege morgen van 12 Mei verscheen C.-1-4 G.B. met 20 man, die mededeelde, wat er was gebeurd bij de cp. van de Vak C. Toen daarna bleek, dat alle omhggende plaatsen door de Duitsers waren bezet, nam de Vak-arts, als hoogst in rang zijnde officier, het besluit tot overgave, welke daarna te Heeze plaats had. 11-41 R.I. Zoals reeds werd medegedeeld, had C.-II-41 R.I. aan de Zuid-Willemsvaart de bewegingen van de vijand op zijn rechter vleugel kunnen melden, waarvan het laatste bericht luidde, dat de vijand reeds te Budel was. De C.Cn. waren door hem onder geheimhouding op de hoogte gebracht van de voorgenomen terugtocht, daarna was een terugtochtsbevel gereed gemaakt en te 355

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 373