De beschikbare vrachtauto's waren ter beschikking van 3-1-30 R.I. gesteld, waardoor zijn compagnie zonder vervoermiddelen was. Te 13.00 was de Vak C. persoonlijk op zijn cp. komen mededelen, dat op nader bevel op het Wilhelminakanaal zou worden teruggetrokken en dat bij ontmoeting met de vijand moest worden doorgestoten; 4 G.B. zou moeten stelling nemen ter hoogte van Hooghaghorst, om de weg naar Diessen af te sluiten. Door gebrek aan vervoermiddelen kostte het terughalen van de voorraden munitie uit de stelling veel tijd. Later drongen Duitse paw. tussen zijn cp. en die van de Vak C. door, zodat de B.C. gedwongen was, zich naar de voorste lijn te begeven en daar had hij vernomen, dat de Duitsers in het vak van 11-41 R.I. over de (vernielde) spoorbrug waren gedrongen. Hij had daarop het bataljon in het vak der linker compagnie verzameld en bij elkaar gekregen de le (linker) Comp. (min een sectie), de 2e Comp. (min een sectie) en van de 3e (rechter) Comp. de C.C. met een sectie; bovendien de nog aanwezige sectie pag. en enige geweren t.p. De C. Mr. verscheen niet, daar zij reeds was gevangen genomen. De treinen waren reeds eerder bij de Vak C. verzameld. Met veiligheidsmaatregelen is het bataljon daarop naar de cp. van de Vak C. bij de Maarheezer Hutten gemarcheerd, waar zich de gebeurtenissen ontwikkel den, zoals die reeds zijn beschreven. Uit de overval te Leende heeft de B.C. zich kunnen redden met de luitenant adjudant en 7 man. Hij trok in N.W.richting door het terrein en trof ten O. van Valkenswaard een luitenant en een vaandrig van 1-II-41 R.I. met ongeveer 80, merendeels ongewapende, mannen aan (zie bij 11-41 R.I.). Hij achtte het van weinig waarde, deze ongewapende troep mede te nemen en trok met zijn 7 man vanwege de Duitse troepen hoofdzakelijk des nachts door het terrein naar Aalst (3 km ten Z. van Eindhoven), waar werd vernomen, dat Franse troepen te Eersel zouden zijn. Op 13 Mei 14.00 werd bij de weg Eersel Hoogeloon een vijandelijke motorpatrouille buiten gevecht gesteld. De majoor telde bij zijn troep 3 pistolen, 3 karabijnen en 2 ongewapenden. Bij het gevecht werd de luitenant-adjudant en een soldaat gewond en verdwenen een wacht meester en een soldaat, die volgens boeren zouden zijn gesneuveld. Met de ge wonde luitenant-adjudant en een soldaat bereikte de majoor Knegsel; de soldaat werd lastig en daarom van burgerkleding voorzien en weggezonden. De tocht is op 14 Mei door de twee officieren voortgezet langs de plaatsen Veld hoven, Zandoerle (1 km ten Z.W. van Oerle) en op 15 Mei langs Diessen in de richting Goirle. Op 16 Mei werd zuid om Goirle door het terrein naar Gilze ge marcheerd, waar een krantenjongen werd ontmoet met het Dagblad van Noord- Brabant, waarin de capitulatie werd bekend gemaakt. Na zich gemeld te hebben bij de Duitsers op het vliegveld Gilze-Rijen, werden de beide officieren vervoerd 358

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 376