Wat daarvan geworden is, zal hierna blijken. C.-G.B.J. had, zoals eerder medegedeeld, op 10 Mei mededeling ontvangen van C.-Peel Div., dat hij niet over de le en 2e Comp. kon beschikken, doch hij wist, dat de le gedeeltelijk in Tilburg, gedeeltelijk in Goirle was en kwam bij informatie te weten, dat de 2e Comp. reeds op weg was naar Tilburg. De verblijfplaats van de 4e Comp. was hem niet bekend; volgens de laatste hem geworden mededeling moest deze met 16 C.Pn. terugtrekken en het door C.-Peel Div. aan de C.C. gegeven bevel om op 12 Mei stelling te nemen bij Dongewijk, was hem niet bekend. C.-G.B.Jgaf nu, ter uitvoering van het bevel van C. Vak Erp, vermoedelijk te onge veer 16.30, uit Oisterwijk telefonisch bevel aan C.-le Comp. te Goirle, met opdracht, dit bevel eveneens door te geven aan C.-2e Comp., dat beide compagnieën zich moe sten begeven naar Dongewijk en aldaar, onder bevel van C.-2e Comp. (de oudste der beide kapiteins) stelling moesten nemen, in afwachting van nadere bevelen. Hij zelf begaf zich met zijn staf in de beschikbare auto's over Tilburg naar Don gewijk. De C. van Vak Erp begaf zich met zijn staf op weg naar het kruispunt van wegen bij Rijen, waar hij zijn nieuwe cp. wilde vestigen. C.-1-G.B.J. verplaatste zijn compagnie gedeeltelijk per rijwiel naar Dongewijk, terwijl hijzelf met een gedeelte in 4 gevorderde auto-bussen met een vrachtauto voor zw.mitr. en met de keuken- en proviandauto daarheen vertrok. Hij kwam met twee sectiën tirailleurs, twee sectiën pag. en een sectie zw.mitr. te Dongewijk aan. C.-2-G.B.J. wilde met zijn compagnie in een colonne van 15 vrachtauto's en autobussen over Tilburg naar Dongewijk rijden, doch raakte in de W.rand van de stad tussen een verzameling van auto- en paardentreinen. Daar ter plaatse en op de weg naar Rijen bevonden zich op dit tijdstip vele treinen, zowel met paarden- tractie als autotreinen, die afkomstig waren van de Vakken Schaijk en Erp, doch vermoedelijk tevens van de Vakken Bakel en Asten. Reeds eerder werd medegedeeld, dat er op Tilburg verschillende onderdelen en buiten verband zwervende afdelingen terugvloeiden, waarin C.-Peel Div. zelf nog orde heeft trachten te scheppen. C.-G.B.J., die passeerde, heeft getracht, orde te brengen in de treinen, die zich op de Bredaseweg over een lange afstand met 3 a 4 auto's en paardenvoertuigen naast elkaar bevonden. Een der oorzaken van deze opeenhoping was, dat zich in het ter plaatse bevindende Missiehuis van het Heilige Hart (tegenover de Watertoren) C.-20 R.A.met zijn staf bevond, waar het in auto's vervoerde personeel van II en III-20 R.A. verzamelde, terwijl ook verschillende andere treinen daar vastliepen en bovendien een benzinepomp auto's aantrok. Op de treinen in de W.rand van Tilburg en die op de weg naar Breda ter hoogte van Burgers Dierenpark deden Duitse vliegtuigen gedurende geruime tijd bij herhaling aanvallen met boordwapens en bommen, waardoor betrekkelijk geringe 364

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 382