Duitsers deden de meest verwarde geruchten de ronde. Niemand wist, waar bevelen zouden worden gegeven en de bij Tilburg gegeven aanwijzingen voor de terugtochts doelen waren niet gedetailleerd, doch luidden Gilze-Rijen (onderling 5 km uit el kaar), Breda en Roosendaal. Door de omstandigheden was verzuimd, de bestem mingsplaatsen duidelijker te omschrijven of bij genoemde plaatsen officieren of kader te plaatsen, die de terugtrekkenden naar nauwer begrensde rayons dirigeerden. Bij Rijen bevond zich een deel van de Franse Verkenningsgroep van luitenant kolonel Lestoquoi en Franse eenheden trokken tegen de terugtrekkende stroom in. C.-Vak Erp had bij Tilburg van een verkeerspost der Ptr. vernomen, dat de onderdelen der Peel Div. zich naar Gilze-Rijen moesten begeven, hetgeen voor zijn gevoel in strijd was met het door hemzelf ontvangen bevel om stand te houden achter de Donge. Op zijn rit naar Rijen gaf hij deze aanwijzing echter door aan de troepenafdelingen, die hij voorbij reed. Aan C.-G.B.J., die op zijn bevel naar Dongewijk op mars was, heeft hij gedurende zijn verblijf te Rijen, dat tot onge veer 20.00 heeft geduurd, geen enkele aanwijzing gegeven, niettegenstaande, zoals zal blijken, de luitenant-adjudant met een collega van dat bataljon zich bij hem meldden. Te Rijen vond hij enige soldaten van andere onderdelen, daarna kwam de voren bedoelde luitenant-adjudant zich melden, aan wie hij opdroeg, ter plaatse op bevelen te wachten Vervolgens kwam zich melden C.-II-2 R.I. met een aantal manschappen. Deze had eveneens het luchtbombardement bij Tilburg ondergaan en dit was de enige B.C. van Vak Erp, waarmede de Vak C. nog contact heeft gekregen. De C.-Vbd.A. van de Peel Div., die uit Princenhage naar Tilburg had moeten terugkeren om de verbindingen weder te herstellen, van C.-20 R.A. had vernomen, dat C.-Peel Div. was vertrokken naar Princenhage en was teruggekeerd, berichtte te Rijen aan C.-Vak Erp, dat 's-Hertogenbosch en vermoedelijk ook reeds Tilburg door de Duitsers bezet waren. Van hem vernam de Vak C., dat de staf van de Peel Div. zich te Princenhage bevond, doch na telefonisch overleg bleek, dat zich daar geen officier van sectie I bevond, die hem bevelen kon verstrekken en hij zond C.-II-2 R.I. door over Breda naar Princenhage. Een luitenant, naar Tilburg gezonden, om bij C.-Peel Div. zelf bevelen te vragen, keerde niet terug en ten slotte besloot de overste te 22.00, zelf naar Princenhage te gaan, waar hij met veel vertraging door een auto-ongeval aankwam, zonder zijn 366 Vermoedelijk heeft deze hem gemeld, dat G.B.J. bij de luchtaanvallen was verstrooid, althans niet bij Dongewijk was aangekomen. Zonder dat is moeilijk te verklaren, waarom de Vak C geen enkel contact meer heeft opgenomen met G.B.J. en ook deze luitenant niets heeft opgedragen. De mededelingen, o.m. van de C.-Vbd.A.-Peel Div., dat Tilburg vermoedelijk reeds bezet was en de overige geruchten over de Duitse opmars zullen hiertoe hebben bijgedragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 384