staf, die hij was kwijtgeraakt. In Princenhage was de Staf-Peel Div. niet meer aanwezig en hij vernam, dat deze naar Roosendaal was vertrokken, in welke richting vele personen-auto's en treinen trokken. Wel trof hij de luitenant-adjudant van G.B.J. weder in een auto aan, die, nadat hij te Rijen tevergeefs op bevelen van C.-Vak Erp had gewacht, eveneens naar Princenhage was gegaan, om C.-Peel Div. te zoeken. C.-Vak Erp, die zelf in een vrachtauto reed, stapte over in de auto van die luitenant en met een omweg vanwege bomtrechters trachtte hij naar Roosendaal te rijden. Deze plaats werd echter gebombardeerd en van inzittenden van terug kerende auto's vernam hij, dat C.-Peel Div. in Oosterhout was, in verband waar mede hij eveneens naar Oosterhout reed. Hij vond daar de Cn. van 15 C.Pn. en 16 C.Pn. met een deel van hun compagnieën, besloot, met deze officieren en hun onderdelen naar de Vg.Holland te gaan en kwam 12 Mei ongeveer 8.00 te Gorinchem aan. Met C.-G.B.J. had deze Vak C. geen enkel verband meer gezocht. C.-G.B.J. had, zoals is medegedeeld, zijn cp. gevestigd op enige afstand van de bevolen stelling in een boerderij, doch deze kort daarop verplaatst naar een boer derij, 300 m naar het Z.W. Nauwelijks daar aangekomen, meldde een zijner luitenants, dat er veel parachu tisten daalden, weshalve de majoor zich, met achterlating van zijn auto, door het terrein verplaatste naar een punt bij de kunstweg naar Breda in het gehucht Huiten, 2 km ten W. van de stelling bij Dongewijk. Hij heeft daar wel contact gehad met een vaandrig van de pag., doch niet meer met de stelling en is vervolgens in de nacht nog twee maal van verblijfplaats ver wisseld naar het N.W., waar hij, zonder verder verband met zijn stelling, in een boerderij de rest van de nacht doorbracht. In de morgen van 12 Mei te ongeveer 6.00 het hij zijn auto ophalen en de onder delen in de stelling opzoeken, die echter niet meer aanwezig bleken te zijn. Hij reed toen te ongeveer 10.00 in de richting Breda, doch stootte op een Franse pantserwagen. Bij het uitstappen uit de auto brak hij zijn knie, waarna hij door de hem begeleidende officieren naar een ziekenhuis te Breda werd gebracht, waar uit hij na operatie 15 Juli werd ontslagen. De begeleidende officieren zijn later bij Moerdijk en Bergen op Zoom gevangen genomen. In de stelling bij Dongewijk verliepen de gebeurtenissen als volgt: De oudste kapitein had het feitelijke bevel over de troep gegeven aan C.-le Comp., die ter weerszijden van de weg deed stelling nemen. 367 Er zijn daar geen parachutisten gedaald.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 385