Hierbij was voor het vorderen en verslepen van de zinkschepen de militaire scheepvaartagent te Roermond ingeschakeld. Bij de eerstgenoemde twee stuwen zijn inderdaad de zinkschepen op 10 Mei nog gelegd, bij de laatstgenoemde twee is het niet meer gelukt, de zinkschepen ter plaatse te brengen. Zinkschepenversperringen waren eveneens voorbereid in de Niers te Gennep, de Swalm te Swalmen (bij Roermond), de beide mondingen van de Roer en in die van de Hambeek te Roermond. Ten westen van de Maas was een zeer groot aantal vernielingen voorbereid in het gebied tussen de Maas en de Peel-Raamstelling en in die stelling, terwijl de uit voering in een nauwkeurige regeling was neergelegd. Deze regeling was door de vele ingeschakelde onderdelen zeer ingewikkeld; de Cn. dier onderdelen zouden rechtstreeks worden gewaarschuwd. De aandacht moet worden gevestigd op de spoorwegen. Het aanbrengen van ladingen op de spoorwegen moest leiden tot vaartminderen van de treinen en veroorzaakte dus vertragingen in de treinenloop. In verband met deze bezwaren waren op de uit Duitsland komende spoorwegen ten O. van de Maas geen ver nielingsvoorbereidingen getroffen. Wel waren, waar dit mogelijk was, maatregelen genomen, om te zorgen, dat bij spanningstoestanden de wissels zodanig werden gesteld, dat pantsertreinen vóór het bereiken van de Maasbruggen op verkeerd spoor werden gerangeerd bv. bij Gennep, Venlo en ten O. van Roermond bij Herkenbosch en Vlodrop. Het daar door veroorzaakte oponthoud moest tijd geven aan de waarschuwingsorganen, om de brugbewakingen te waarschuwen. Een en ander heeft, zoals bij de be schrijving der gebeurtenissen zal blijken, er toe geleid, dat bij Buggenum en Gennep pantsertreinen, zij het met enige vertraging, vrijwel ongehinderd tot de rivier konden oprijden. Er waren meer uitgebreide maatregelen in voor bereiding. Ten W. van de Maas was in de spoorlijn GennepBoxtel het viaduct te Beugen, waar de spoorweg NijmegenVenlo over eerstgenoemde gaat, wel voorzien van een lading, doch niet van ontstekingsmiddelen. Op 7 Mei was dit vanwege het A.H.K. voor deze en andere secundaire bruggen voorgeschreven en dit is in de spannende uren van de namiddag en avond van 9 Mei niet hersteld; hetzelfde gold voor twee kleine bruggen in die spoorlijn. Dit zou noodlottig worden, door dat de brug bij Gennep onvernield in 's vijands handen viel. Voorts was een aspergeversperring op die spoorlijn, waar deze de Peel-Raam- stelling snijdt, voorbereid, doch deze was op 10 Mei bij het verschijnen van de pantsertrein nog niet gesteld, omdat de uitvoering van de vernielingen ten W. van de Maas juist was bevolen en dus nog niet was voltooid. De spoorlijn VenloHelmond was niet ter vernieling voorbereid, doch daar 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 39