beladen met dekens. Te Steenbergen, waar hij nog een auto vorderde, nam hij
te zamen met de Fransen stelling.
Aanvankelijk waren nog lichte troepen naar het N. vooruit (zie bij Willemstad)
en uit de binnenkomende berichten bleek, dat er Duitse pantserwagens oprukten,
waarvan er verschillende door de Franse verkenners waren waargenomen.
C.-M.C., die zeer vermoeid was, daar hij sedert de nacht van 9/10 Mei vrijwel
geen rust had genoten, was even gaan rusten in een gevechtsopstelling, doch zijn
rust werd verstoord door een aanval van laagvliegende vliegtuigen, waardoor enige
burgers werden gedood en een sergeant werd gewond.
Een herhaling van deze aanval verwekte paniek bij de Fransen, die terugtrokken
en luitenant-kolonel Moslard werd zwaar gewond en afgevoerd.
Ogenschijnlijk waren de Nederlandse soldaten rustig in hun opstelling gebleven,
doch toen de luchtaanval zich nogmaals herhaalde, trokken ook deze hals over kop
terug (17.00). C.-M.C. bleef achter met de gewonde sergeant, een andere sergeant,
de burgerchauffeur (uit de Peel) en een auto. Hij hoopte zijn troep te Bergen op
Zoom, dat als verzamelpunt was aangegeven, terug te vinden, doch vond, daar
aangekomen, geen Fransen en evenmin zijn eigen troep. Te middernacht verliet
hij Bergen op Zoom, trok naar de bossen en vervolgens op 14 Mei naar Berendrecht
op Belgisch gebied (ten Z. van Woensdrecht), waar hij een sergeant met een
zw.mitr. en bediening terugvond. Er ontstond een twistgesprek met een Belgisch
officier in verband met ontwapening van de Nederlanders en daarna begaf hij
zich naar Putte, waar hij werd aangehouden en onder gewapend geleide naar
Antwerpen werd gezonden.
Vandaar is hij op 15 Mei op bevel van C.-5-K.R.A. (van 27 R.I.) nogmaals naar
Berendrecht en Putte geweest, om de wapens te halen, daar deze op bevel van
Belgische autoriteiten moesten worden teruggegeven. Vervolgens is hij die dag
met een detachement over Maldeghem naar Aardenburg in Zeeuwsch-Vlaanderen
vertrokken, waar hij op 16 Mei onder bevel trad van C.-6 G.B.
Bij het detachement van deze kapitein was de gang van zaken als volgt geweest.
Alle groepen tirailleurs en stukken zw.mitr. waren na hun terugtocht uit Steen
bergen te Bergen op Zoom aangekomen en daar onmiddellijk in de richting
Woensdrecht gezondenx). Op weg daarheen werden zij aangehouden door C-27 R.I.,
die (zie blz. 413) op verzoek van kolonel de Beauchesne een stelling ging innemen
aan de Huijbergsche Baan en daarbij werden zij ingedeeld.
In de vroege morgen van 14 Mei werd deze stelling weder verlaten en van de
vier tirailleurgroepen zijn er twee naar Middelburg gereden, terwijl de twee andere,
waarbij twee luitenants van de Peel Div. waren aangesloten, met hun auto's door
389
Volgens sommigen op last van de Fransen, volgens anderen door personeel van de lucht
bescherming.