van de burgerbevolking, per rijwiel en auto verlaten met bestemming Roosendaal. Aangezien het op de weg naar Roosendaal een chaos van gaande en terugkerende ongeordende troepen was en de berichten luidden, dat Roosendaal niet te bereiken was, keerde de Groep terug en trok zij over Rijsbergen en Wuustwezel naar Nispen, waar Nederlandse militairen in een auto werden ontmoet (waarbij een man van de politietroepen uit een kazemat te Buggenum), die mededeelden, dat de bestemming Bergen op Zoom was geworden. De kapitein trok daarna met zijn mannen naar Huijbergen, waar hij de le Div. Kon. marechaussee trof. Van zijn Groep was toen slechts een zeer klein deel aanwezig, daar, zoals na enige tijd bleek, een deel naar Ossendrecht was gegaan. In het gastvrije klooster te Huijbergen verzamelden zich vele officieren, o.a. de kapitein-adjudant van Vak Erp met enige luitenants en vaandrigs. In de omgeving werd door Duitse vliegtuigen gebombardeerd. Een sergeant-majoor adm. van St.-30 R.I. kwam aan met geld van de gemeente Maasbree1), dat tegen ontvangstbewijs over de troepencommandanten ter plaatse werd verdeeld, opdat deze over gelden voor de verzorging van hun troep zouden kunnen beschikken. In onderling overleg werd besloten, naar Zeeuwsch-Vlaanderen te gaan en wel naar Zaamslag (omdat een der vaandrigs daar bekend was). Aangezien omstreeks het vertrekuur, bij het vallen van de avond, berichten over gedaalde parachutisten binnenkwamen, werd met de revolver in de hand de tocht voortgezet naar Antwerpen. Na moeilijkheden met Belgische militairen werd op verkregen aanwijzingen de Luchtbalkazerne te Antwerpen bereikt, vanwaar nog op 12 Mei over St. Nicolaas en Hulst naar Zaamslag werd gereden. Zoals uit het voorgaande bleek, was de C. van de luchtwachtgroep Breda met zijn staf (op 11 Mei 15.00) weder te Breda teruggekeerd, waar hij nog tot 12 Mei 3.00 telefonische verbinding met verschillende van zijn posten had. Daarna trok hij terug naar Hoogerheide, waar hij te 18.00 aankwam en een aantal infanteristen onder zijn bevel nam. Hij nam Duitse vliegers, per parachute uit een door de Fransen neergeschoten vliegtuig gedaald, gevangen en gaf deze over aan een Franse commandant. Op 13 Mei 5.00 vertrok hij met het overschot van zijn Groep naar Antwerpen. Bij de Belgische grens trof hij 5 onbekende militaire auto's aan, waarvan hij er 3 op gang wist te doen brengen en te Antwerpen werd hij verwezen naar het Neder landse Consulaat, waar hij C.-20 R.A. aantrof, die hem doorzond naar Hulst. 393 Dit geld was door de administrateur van 2 G.B. in ontvangst genomen, afgedragen aan C.-30 R.I. en diende nu als krijgskas voor de troepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 411