vinden van de O.L.Z. bepaald, dat overdag de ladingen van de vernielingsobjecten moesten worden afgenomen en opgeborgen. Op 10 Mei te 5.00 is de uitvoering van de vernielingen front-zuid door C.-III L.K. na overleg met het A.H.K. gelast, uit de overweging, dat deze vernielingen ook voor een Duitse opmars naar België hun nut zouden hebben en vóórdat bekend was, dat er zo spoedig reeds Franse troepen op ons grondgebied zouden aankomen. Toen dit bevel bij 3 en 6 G.B. binnenkwam, waren de ladingen nagenoeg overal reeds opgeborgen, daar nog niet bekend was, dat de oorlog was uitgebroken. De vernielingen van de bruggen over het Wilhelminakanaal moesten eerst op nader afzonderlijk bevel worden uitgevoerd, terwijl het springen van de bruggen over de Maas en Bergsche Maas eerst mocht plaats hebben, nadat III L.K. en Lt.Div. die rivier in noordelijke richting zouden hebben overschreden. d. PARAATHEID In de Maaslinie golden de graden van strijdvaardigheid: „normaal", „verhoogd" en „volledig". In de Peel-Raamstelling bestonden de graden van strijdvaardigheid: „normaal", „waakzaamheid verhoogd" en „stelling volledig bezetten". Op 9 Mei in de avond was, als gevolg van de door de O.L.Z. en C.V. gegeven bevelen de toestand aldus: - aan alle voorbereide vernielingen (niet de bruggen) moesten de slagsnoer leidingen en ontstekingsmiddelen zijn aangebracht; - aan alle verkeersbruggen over de grote rivieren en kanalen alsmede de spoor bruggen front-oost le en 2e urgentie moesten de slagsnoer leidingen en ontste kingsmiddelen zijn aangebracht, terwijl de spoorbruggen front-oost, 3e urgentie wel van de slagsnoerleidingen, doch niet van de ontstekingsmiddelen moesten zijn voorzien1); - de hindernissen nabij de grens moesten zijn gesloten van zonsondergang tot 6.00 (met bij de doorlaatposten van tijd tot tijd doorlating van het verkeer onder scherpe controle); - de draaihekken op de spoorbruggen moesten gesloten zijn en mochten slechts worden geopend voor het doorlaten van treinen, waartoe een spoorwegman aanwezig was voor het veilig functionneren van het spoorwegverkeer; - het particuliere telefoonverkeer in de grensgebieden was na 22.00 uitgesloten; - de voorbereidende maatregelen voor het leggen van zinkschepenversperringen 23 0 De indeling in le, 2e en 3e urgentie is niet meer bekend. Zeker is, dat de Maasbruggen tot de le urgentie behoorden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 41