stand te houden tot 20.00, om de voorhoede van de 9e D.I.M. (van XVIe C.A.) gelegenheid te geven, zich aan het zijkanaal van Turnhout in te richten. Hoewel Diessen te 18.00 moest worden ontruimd, gelukte het, stand te houden achter de beek tussen Diessen en Hilvarenbeek tot 20.00, op welk tijdstip de terugtocht werd aangevangen en zeer goed werd uitgevoerd naar het kanaalgedeelte ten O. van Ravels, niettegenstaande de bruggen door de Belgen ontijdig waren vernield. Door het teruggaan van de le D.L.M. en Gr.Lestoquoi werd de 25e D.I.M. aan de Mark, die reeds uit het N. werd bedreigd, in front niet meer beveiligd. Het was deze toestand, die in de loop van 12 Mei aanleiding was, de verken ningen van de 2e G.R.D.I. (van Gr. de Beauchesne) tegen Moerdijk en Geer- truidenberg te staken en deze Groep een beveiligend front te doen innemen achter de Mark en Dintel. Nu de in Noord-Brabant aanwezige troepen van het Vile Leger niet meer kon den worden verstrekt, werd het duidelijk, dat de 25e D.I.M. op het uitgestrekte front niet in staat zou zijn, de vijandelijke aanval te weerstaan, terwijl het tot stand brengen van de verbinding met de Nederlandse troepen in de Vg.Holland geheel uitgesloten was. Een groot deel van de taak, waarvoor het Vile Franse Leger was uitgezonden, was dus feitelijk vervallen en er dreigde gevaar, dat het van zijn verbindingen werd afgesneden. Daarom werd bevolen, de 25e D.I.M. in de nacht van 12/13 Mei te doen terugbuigen, draaiende om de rechtervleugel bij Minderhout, waar aan sluiting werd verkregen met de le D.L.M., waarbij, behalve de Gr.Lestoquoi, ook de voorhoede van de 9e D.I.M. was ingedeeld. Aldus zou, door het vormen van een front met de linker vleugel te Bergen op Zoom, nog voldoende terrein buiten de Vg. Antwerpen worden behouden, om, wanneer de omstandigheden gunstiger zouden worden weder tot het offensief over te gaan. Bovendien werd de vaart op de Schelde beveiligd en de toegang tot Zeeland aan de Duitsers belet. Het bezit van Zeeland zou de Duitsers een omvattende positie ten opzichte van de geallieerde noordvleugel verschaffen, het geen zo mogelijk moest worden voorkomen. Van het terugbuigen van de 25e D.I.M. was het moeilijkste gedeelte het los maken van het 38e R.I. te en ter weerszijden van Breda. Het beveiligen daarvan werd opgedragen aan de Gr. de Beauchesne, die reeds stond uitgerekt van Dinteloord tot Breda. Ter uitvoering gaf kolonel de Beauchesne te 12 Mei 18.20 op zijn cp. ten Z. van Bergen op Zoom bevelen, die inhielden, dat de 12e G.R.D.I. (luitenant-kolonel Moslard) zich naar het O. zou uitbreiden tot en met Oudenbosch, het Nederlandse detachement Isaacs onder bevel zou treden van die Groep en dat dit detachement ingeval van terugtocht zou worden medegenomen. De 27e G.R.D.I. moest naar het O. opschuiven tot en met Etten, waar de cp. 402

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 420