bij de stuwen in de Maas bij Linne, Weerd (bij Roermond), Belfeld, Afferden, Grave en Lith waren nagenoeg voltooid; - de troepen in de Peel-Raamstelling en de Maaslinie verkeerden in de toestand van strijdvaardigheid: „waakzaamheid verhoogd", resp. „verhoogd"; - op het vliegveld Venlo moest worden gerekend op spoedige vernieling. Op 9 Mei te 21.17 beval de C.V. voor de Peel-Raamstelling volledige strijd vaardigheid ingaande 10 Mei 4.00, doch te 23.15 gaf de O.L.Z. bevel, dat alle troepen van de strategische beveiliging van 10 Mei 3.00 volledig strijdvaardig moesten zijn. Naar aanleiding van de verontrustende berichten en de duidelijke bewijzen in het grensgebied, dat er iets op handen was, had C.-Peel Div. in de avond van 9 Mei aan C.-III L.K. voorgesteld, alle vernielingen en versperringen ten O. van de Maas te doen uitvoeren. C.-III L.K. deed daarop een voorstel aan de C.V., die de goedkeuring van de O.L.Z. vroeg, die aanvankelijk niet, doch daarna te 22.30 wel werd verleend. Er zijn echter beperkingen gemaakt, doch het is niet meer kunnen worden vast gesteld, of deze alle door de O.L.Z., dan wel door C.-III L.K. of C.-Peel Div- zijn gegeven. Vast staat, dat de O.L.Z. de Niersbrug bij Gennep heeft uitgezonderd en de spoorbruggen en spoorwegen. De uitvoering door de Cn. van de Maasbataljons heeft zich in elk geval op last van C.-Peel Div. beperkt tot het uitvoeren van verhakkingen en het stellen van de aspergehindernissen, doch zonder het doorknippen der draden. In het Maasvak Roermond is de uitvoering van een belangrijke verhakking op de Kapellerlaan vertraagd door ingrijpen van C.-Peel Div., zoals bij de be schrijving van de gebeurtenissen aldaar zal blijken. C.-III L.K. berichtte te 1.45 dat een en ander was uitgevoerd. De bataljons 3 en 6 G.B., opgesteld met front-zuid, waren niet ingelicht om trent de bij de overige troepen bevolen hoogste graad van strijdvaardigheid, in gaande 10 Mei 3.00. 24 0 Dit tijdstip blijkt uit het bewaard gebleven telexregister van de C.V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 42