HOOFDSTUK VI EVACUATIE VAN DE BURGERBEVOLKING De onderstaande gegevens zijn ontleend aan het door het Ministerie van Binnen landse Zaken uitgegeven en door J. Koolhaas Revers geschreven boek: Evacuatie in Nederland 19391940. In de evacuatievoorbereidingen in Noord-Brabant en Noord-Limburg was sedert April 1940 wijziging gebracht in dier voege, dat geen verplaatsing der be volking over grote afstanden in westelijke richting zou plaats hebben, doch slechts een tijdelijk uitwijken over korte afstand binnen de eigen gemeenten of naar naburige gemeenten. In het gebied van de Peel-Raamstelling moest met uitwijken gedurende langere duur dan aan de Maas worden gerekend. Maaslinie Hoewel in de Noord-Limburgse gebieden op 9 Mei veel spanning heerste, waren voor de inval door de Commissarissen afvoer burgerbevolking geen bevelen voor evacuatie ontvangen, zodat deze eerst moest plaats hebben, nadat de Duitse troepen ons grondgebied hadden geschonden. Wel waren op daarvoor in aanmerking komende plaatsen, nabij vernielings objecten, de bewoners nog door de militaire commandanten gewaarschuwd. Het spreekt vanzelf, dat onder deze omstandigheden de evacuatie, vooral op de oostelijke Maasoever, onder ongunstige omstandigheden moest worden uitge voerd, doch de burgemeesters en ambtenaren, die met evacuatie waren belast, hebben zich daarvan met de nodige vlotheid gekweten. De verplaatsingen van ver schillende bevolkingsgroepen werden bemoeilijkt, doordat de bevelen voor het uitvoeren van versperringen of vernielingen daarmede geen rekening hebben gehouden, zodat verschillende wegen waren afgesloten. De evacuatie was voorbereid: ten O. van de Maas in de gemeenten Linne, Herten, Roermond, Beesel, Belfeld, Tegelen, Arcen en Velden, Bergen, Gennep en Mook-Middelaar. ten W. van de Maas in de gemeenten Buggenum, Kessel, Helden, Blerick (ge meente Maasbree), Sevenum, Grubbenvorst, Horst, Broekhuizen, Meerlo. Ten oosten van de Maas betrof het uit den aard der zaak verplaatsingen in O.richting, teneinde de burgers buiten de gevechten aan de Maas te brengen en bovendien verplaatsingen uit de omgeving van de vernielingsobjecten. 433 (Voor de plaatsnamen kan schets/kaart Nr. 1 worden geraadpleegd)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 451