Hoewel de evacuatie dus niet volgens de voorbereidingen kon plaats hebben, verliep deze toch over het algemeen nog gunstig. In Budel had het onder dak brengen der 2189 bewoners uit Weert, dat was voorbereid, behoorlijk tot uitvoe ring kunnen komen, doch toen enige honderden inwoners op het laatste ogenblik op last van een militaire commandant alsnog hun woning moesten verlaten en te Budel een onderdak zochten, gaf dit moeilijkheden, die echter zijn opgelost. Te Budel zijn 28 a 2900 vluchtelingen uit Weert ondergebracht. Te Waalre werden ongeveer 4000 personen in plaats van, zoals het plan was, 2000 gehuisvest. De bewoners van Weert zijn gedeeltelijk op 13 Mei, doch voor het grootste deel op 14 Mei e.v.d. teruggekeerd. In Nederweert moest de bevolking in de nabijheid der vernielingsobjecten reeds te 6.00 evacueren, voor de overigen kwam het bevel eerst te 11.00. De burgemeester had echter de bevolking gewaarschuwd, zich gereed te houden en de evacuatie was voor een groot deel reeds in gang, toen het evacuatietelegram binnenkwam. Aangezien de grote brug over de Zuid-Willemsvaart eerst in de avond te 19.00 sprong, kon de verplaatsing naar Someren met goed gevolg worden uitgevoerd. Door de strijd te Someren op 11 Mei bleken deze geëvacueerden van de regen in de drop te zijn gekomen, doch slachtoffers zijn er niet gevallen. Op 13 en 14 Mei keerden allen weder naar Nederweert terug. In Meijel ontving de burgemeester reeds des morgens te 8.45 telefonisch bevel tot evacuatie en te 12.00 was de bevolking vertrokken. De verplaatsing ondervond stagnatie, doordat op de weg naar Asten reeds een aspergeversperring was gesteld, doch, gebruik makende van een binnenweg tussen mijnenvelden door, kon het vluchtoord Asten zonder ongelukken worden bereikt. Moeilijkheden ontstonden, doordat het vee moest worden achtergelaten; deze werden opgelost, toen op 12 Mei een tiental mannen naar Meijel kon worden gezonden. Op 13 en 14 Mei keerde de bevolking terug. In het gehucht Beringe, ten O. van het kanaal van Deurne, week de bevolking uit eigen beweging uit, toen er gevechten ontstonden tussen de bezetting van de omgeving van de Heldenschendijk en de naderende Duitsers. De evacuatie in de gemeenten Bakel en Milheeze, Gemert en Boekei moest over het algemeen over betrekkelijk geringe afstand worden uitgevoerd en heeft geen bijzondere moeilijkheden opgeleverd. De vluchtelingen uit de Rips moesten zich haasten om voor het sluiten der versperringen nog weg te komen. Velen konden hierdoor hun vee niet mede- nemen. In de gemeente Zeeland moesten 500 personen binnen de gemeente, doch 2000 inwoners naar Uden worden verplaatst, naar welke laatste gemeente eveneens 437

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 455