inwoners van Mill moesten worden overgebracht. Ook deze evacuatie is zonder grote stagnatie kunnen worden uitgevoerd. In de gemeente Mill en St. Hubert was door het binnenrijden van de pantser- en goederentrein, die over de brug bij Gennep was gekomen, de strijd in gang, voordat zelfs aan uitvoering van de voorbereide evacuatie van 4000 inwoners kon zijn gedacht. Daar dit dorp zich onmiddellijk te midden van het krijgsgewoel bevond, kon van geordende ontruiming- geen sprake zijn en de evacuatie had het karakter van een vlucht. Een klein deel der bevolking, dat zich bevond achter de Peel-Raam- stelling, waaronder de burgemeester, vluchtte naar Uden en Nistelrode. De bevol king vóór de stelling week zijwaarts uit naar Wanroy en St. Hubert. Op 12 Mei keerde het grootste deel weder naar huis terug, doch tengevolge van de gehele of gedeeltelijke vernieling van 40 woonhuizen en 30 boerderijen waren ongeveer 400 personen dakloos geworden, die echter binnen de gemeente een onderkomen hebben gevonden. Door het oorlogsgeweld vielen 9 doden en ettelijke gewonden, waaronder een aantal zwaar gewonden. De evacuatie van de inwoners van Grave naar Nuland en Heesch heeft een bevredigend verloop gehad, waarbij echter een onjuiste regeling bleek, dat de burgemeester, pastoor, gemeentesecretaris en veldwachter allen naar Nuland waren gegaande geëvacueerden te Heesch hadden dientengevolge geen leiding. Te Nuland zijn op 11 Mei door een luchtaanval 13 personen gedood, waarvan 11 ingezetenen van Grave, die te Nuland in veiligheid waren gebracht. De evacuatie naar Geffen van 700 inwoners van Velp, inclusief het deel der gemeente Keent, dat door de Maasverbetering was afgesneden van de rest der gemeente Overasselt, waartoe Keent behoorde, was zeer goed voorbereid en werd, toen 10 Mei te 13.00 het bevel tot evacuatie werd ontvangen, goed uitgevoerd. In de gemeente Reek was de evacuatie wel voorbereid, doch door C.-Vak Schaijk niet meer nodig geoordeeld. In de avond van 10 Mei ontstond paniek, toen enige verdwaalde projectielen in de omgeving vielen. Van de bevolking vluchtten 900 van de 1100 voor evacuatie aangewezen personen naar Schaijk, waar zij in het parochiehuis en de school zo goed mogelijk werden ondergebracht. De terugkeer had op 11 en 12 Mei plaats. Uit Escharen zouden 1500 personen zo nodig moeten uitwijken naar Nistelrode. De ontruiming en verplaatsing was goed voorbereid; de gemeente was hiervoor ingedeeld in twee wijken, welke langs verschillende wegen zouden worden ver plaatst nl. over Grave-Schaijkschenhoek en over Zeeland. Door de militaire autoriteiten was toegezegd, dat op die wegen met het stellen van hindernissen zou worden gewacht tot de bevolking was gepasseerd. Nadat vernomen was, dat te Grave het evacuatietelegram was ontvangen en dit te Escharen uitbleef, werd te 13.30 aan C.-III L.K. te Vught om nadere orders 438

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 456