gevraagd, doch het onverklaarbare antwoord werd ontvangen, dat voorlopig uit deze plaats nog geen afvoer moest plaats hebben. Inmiddels waren de wegen versperd, zodat de toestand geheel gewijzigd was. In de ene wijk bleef als enige mogelijkheid uitwijken naar het O., naar Gassel, hetgeen door een deel der bevolking is uitgevoerd, dat echter op 11 Mei weder naar huis terugkeerde. In de andere wijk is men te 15.00 op eigen initiatief tot ontruiming overgegaan, die nog, overeenkomstig de plannen, naar Nistelrode mogelijk bleek. Ongeveer 600 personen werden te Nistelrode ondergebracht, die op 12 en 13 Mei weder terugkeerden. In de gemeente Herpen zouden 1900 te verplaatsen personen gedeeltelijk binnen de gemeente, gedeeltelijk te Berchem en in de buitenwijken van Oss worden ondergebracht. Deze evacuatie is regelmatig kunnen worden uitgevoerd. Tussen 13 en 15 Mei keerde de bevolking weder terug. Hoewel door verschillende omstandigheden de evacuatie van bevolkings groepen in de Maaslinie en de Peel-Raamstelling niet geheel volgens de plannen is kunnen worden uitgevoerd, hebben de degelijke voorbereidingen hun nut bewezen en was het daaraan te danken, dat, waar dit nodig was, de verplaatsingen snel aan de omstandigheden konden worden aangepast. Te betreuren is, dat op vele plaatsen de bevolking tot de ontdekking moest komen, dat in hun afwezigheid was geplunderd. Het betrof hier niet slechts levensmiddelen, vervoermiddelen en andere benodigdheden, die de strijdende troepen nodig hadden, doch ook veel andere zaken. Het is bekend, dat in Mei 1940 bij de Duitse weermacht zeer streng tegen plunderingen werd opgetreden. Het is echter eveneens bekend, dat vele Neder landers, militairen en burgers, zich aan de eigendommen van anderen hebben vergrepen. Voor zoveel mogelijk is hierop justitieel ingrijpen gevolgd; in Blerick werd een oud-hollandse gewoonte weer nagevolgd en een plunderaar aan een „schandpaal aan de kaak gesteld". Ontruiming van gestichten Een afzonderlijke regeling was gemaakt voor de ontruiming van gestichten, de afvoer dus van mannen en vrouwen, die oud of lichamelijk of geestelijk niet nor maal waren en dus niet met de gezonde bevolking gezamenlijk konden worden verplaatst. Bovendien vielen hieronder bewoners van voor afvoer in aanmerking komende gevangenissen, tuchtscholen, rijksopvoedingsgestichten en soortgelijke inrichtingen. De ontruiming dezer gestichten moest door de loop der gebeurtenissen samen vallen met de evacuaties van bevolkingsgroepen. 439

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 457