Deze commissaris was toevallig in het bezit van de sleutel van het gemeente huis en hij werd door de Duitsers als plaatsvervangend burgemeester aange steld. Deze terugkeer kon op 14 Mei aanvangen, zodat naar schatting aan de helft de bevolking de lijdensweg, die de andere geëvacueerden moesten volgen, werd bespaard. Bij deze groep waren door de luchtaanvallen 13 doden gevallen en vele meer of minder ernstig gewonden. In Antwerpen wist men niets van hetgeen te Zundert en omgeving was gebeurd en verkeerde men in de grootste ongerustheid omtrent het lot der medeburgers, die men te midden van de strijdende partijen waande en waarmede elke verbinding verbroken was. De oostelijke marsgroep was, na aanvankelijk oponthoud door de Belgische en Franse commandanten, in groepen met grote afstanden doorgelaten en stroomde, te zamen met tienduizenden Belgen, Antwerpen binnen. De leider dezer colonne had geen enkel bericht omtrent het door de Duitsers bezetten van Breda ontvangen. Aangezien velen op eigen initiatief doortrokken naar Zeeuwsch-Vlaanderen, anderen langs niet vooraf aangegeven wegen binnenkwamen en gemengd raakten met Belgische groepen vluchtelingen, was de leiding zeer moeilijk. Overleg met gemeentebesturen in Zeeuwsch-Vlaanderen had tot gevolg, dat een aantal auto's werd gezonden, om vluchtelingen op te halen. Op 14 Mei werd echter bericht ontvangen, dat geen treinstellen voor vervoer konden worden geleverd, terwijl bleek, dat de Fransen Zeeuwsch-Vlaanderen hadden bezet en aldaar nu en dan vuur van de overzijde werd ontvangen. Evacuatie naar Zeeuwsch-Vlaanderen zou niet meer worden toegestaan. In tussen bleek de volgende dag, dat een groep van 2000 evacué's bij Koewacht Z.O. van Axel aan de Zeeuws-Vlaamse grens was aangekomen en een gebied voor onderbrenging had toegewezen gekregen. De loop der gebeurtenissen niet kunnende voorzien, werd te Antwerpen nu de afvoer naar het gebied om Brugge in het oog gevat. Op 16 Mei werd echter de tunnel te Antwerpen voor het verkeer gesloten en van de evacuatie naar Brugge kwam niets; intussen waren reeds velen in westelijke richting op mars gegaan. Van 17 Mei 8.00 af werd alle niet-militaire verkeer in Antwerpen stil gelegd. De toestand was toen zo, dat zich in 36 scholen ongeveer 6000 Nederlandse vluchtelingen bevonden, terwijl talrijke inwoners van Breda bij Belgische families waren ingetrokken. In Zeeuwsch-Vlaanderen bevonden zich ongeveer 2500 ge ëvacueerden en de rest van de colonne Hoogstraten bevond zich verspreid in het gebied ten W. van Antwerpen, terwijl een deel op eigen gelegenheid zuidelijk was getrokken. Nadat op 18 en 19 Mei de Duitse troepen bezit van Antwerpen hadden genomen, wist de burgemeester van Breda van de Duitsers toestemming te verkrijgen voor 446

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 464