HOOFDSTUK VII
NABESCHOUWING
De noodzaak om de hoofdkrachten van het te zwakke Nederlandse leger te con
centreren voor de verdediging van het hart van het land heeft er toe geleid dat,
toen de oorlog uitbrak, met de verdediging van de Maas en Peel-Raamstelling
slechts resp. 7 en 15 bataljons zonder andere artillerie dan drie Afdelingen ver
ouderd geschut, werden belast, die slechts vertragende weerstand van korte duur
konden bieden.
De bataljons van de Maaslinie hebben zich over het algemeen goed van hun
taak gekweten, al valt daarop de schaduw van het onvernield in handen van de
vijand vallen van de spoorbrug bij Gennep, tengevolge waarvan een Duits bataljon
infanterie, per trein vervoerd, reeds in de vroege morgen van 10 Mei vaste voet kon
krijgen in de Peel-Raamstelling.
Van Duitse zijde wordt op verschillende plaatsen melding gemaakt van taaie
Nederlandse weerstand.
In het dagboek van de C. van de 256e Div. werd vermeld, dat het regiment,
dat ten Z. van Heyen de Maas moest overschrijden, op taaie weerstand stootte en dat
de overgang door goed gemaskeerde mitrailleurs sterk werd belemmerd, zodat zij
eerst mogelijk werd na werkzaam artillerievuur en inzet van alle infanteriewapens.
Volgens het dagboek van de C. van de 56e Duitse Divisie had de Nederlandse
soldaat, zowel bij Broekhuizen en Grubbevorst als te Blerick, getoond, dat hij
vechten kon.
Ook elders, zoals o.a. bij Mook, Roermond en Wessem is, zoals uit het voor
gaande bleek, goed weerstand geboden.
De taak van de Peel Div. was feitelijk volbracht, toen III L.K. en Lt.Div. in
de avond van 10 Mei over de Maas in veiligheid waren.
Toen dan ook bij Mill een krachtige aanval door de Duitsers werd ingezet en
bovendien de indruk bij C.-Peel Div. bestond, dat de rechter vleugel ten Z.W.
van Weert werd omvat, achtte hij het noodzakelijk, zijn troepen uit de Peel-Raam
stelling terug te nemen, ter voorkoming van vernietiging.
Uit hetgeen is medegedeeld over de strijd bij Mill, is gebleken, dat aldaar in de
avond van 10 Mei te 19.35 (Ned.tijd) een aanval werd ingezet met twee regimenten,
gesteund door een batterij artillerie, nadat 50 minuten te voren een luchtbom
bardement was uitgevoerd. Deze aanval leidde tot doorbrekig van de Peel-Raam
stelling. Het inzicht van C.-Peel Div. in de toestand bij Mill is dus juist geweest.
Tussen Mill en de onbeschermde rechtervleugel liep de Peel-Raamstelling op
10 Mei echter nog geen gevaar.
De C. van de 56e Duitse Divisie overschatte de weerstand bij en ten O. van
Meijel en bereidde een aanval voor, die eerst op 11 Mei te 11.20 (Ned.tijd) zou
449