worden uitgevoerd. De ten Z. daarvan oprukkende 30e Duitse Divisie was even eens op 10 Mei nog niet in staat tot een krachtige aanval. De indruk, dat omvatting van de rechter vleugel reeds aan de gang was, was dus niet geheel juist; eerst op 11 Mei werd deze uitgevoerd. De terugtocht uit de Peel-Raamstelling had plaats op de Zuid-Willemsvaart, hetgeen betekende, dat de bedreigd geachte rechter vleugel ter plaatse werd ge handhaafd. Deze vleugel zou echter juist in de eerste plaats voor terugnemen in aanmerking hebben moeten komen, hetgeen ook de gebeurtenissen op 11 Mei hebben aangetoond. Volgens de gevechtsberichten van alle commandanten was het plotselinge en onverwachte bevel tot het verlaten van de Peel-Raamstelling van grote invloed op het moreel der nog niet aangevallen troepen, hetgeen er niet op verbeterde, toen stelling moest worden genomen aan de Zuid-Willemsvaart, een kanaal, dat zich slecht voor de verdediging leende en waar geen verdedigingsvoorbereidingen waren getroffen. Aangezien bovendien door het niet terugkomen van twee ba taljons van Vak Schaijk een vak van ongeveer 6 km onbezet bleef, stortte de ver dediging aan de Zuid-Willemsvaart dan ook spoedig ineen, toen de Duitsers in de namiddag de aanval daarop inzetten en toen C.-Peel Div. bevel gaf, het ge deelte ten Z. van het Wilhelminakanaal achter dat kanaal te doen teruggaan, was het reeds veel te laat, daar bij Veghel de doorbraak reeds had plaats gehad. Terwijl tussen Someren en Dungen de Zuid-Willemsvaart op verschillende plaatsen reeds was overschreden, meende de C. van Vak Weert (daarvan onkundig) nog tot het invallen van de duisternis te moeten wachten met terugtrekken. Zijn troepen zaten toen, tengevolge van de plaatselijke omvatting ten W. van Weert en de opmars der Duitsers over Someren op Heeze, reeds in de tang. Hier had afsnijding slechts kunnen worden voorkomen, indien de terugtocht was ondernomen, voordat de omvatting plaats had. Uit de beschrijving der gebeurtenissen is reeds naar voren gekomen, dat C.- Peel Div. niet over een bevelsapparaat en de bevelsmiddelen beschikte, om op een dergelijk uitgebreid front voortdurend op de hoogte te zijn van hetgeen er in voorste lijn voorviel en daarop snel te reageren. Ook de Vak Cn., die het practisch van ordonnansen moesten hebben, waren niet in staat, over de hun toegewezen brede vakken de leiding te behouden en hun be velen kwamen veelal niet op hun plaats van bestemming. C.-Peel Div. zelf kwam in de tijdsperiode, dat hij al zijn aandacht aan zijn bevelvoering moest wijden, te staan voor de niet verwachte aankomst der Franse troepen, de onzekerheid, of deze al dan niet naar het oosten zouden oprukken ter versterking van zijn eigen troepen en het nodig geworden veelvuldig overleg met Franse commandanten. Van de afspraak met de C. van de Franse gemechaniseerde divisie, om diens 450

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 468