front ten N. van Tilburg te verlengen, kwam niets terecht en kon ook niets meer terecht komen, daar de Duitse aanvallen toen juist los kwamen. Als gevolg van onze neutraliteitspolitiek was samenwerking met de Fransen niet geregeld en moest deze bij de onverwacht spoedige verschijning van die troepen nog beginnen. Buiten C.-Peel Div. was er in Noord-Brabant geen hoge militaire autoriteit, die de, in beginsel te volgen, gedragslijn kon bepalen, zodat C.-Peel Div. dit naast de alle aandacht vragende bevelvoering zelf moest doen. De Cn. der aankomende Franse troepen hadden een beperkte opdracht, waren onbekend met het feit, dat III L.K. en Lt.Div. op 10 Mei waren teruggenomen en stonden spoedig voor het ineenstorten van de Nederlandse weerstand. Bovendien moest daarna de opmars naar Nederland van de hoofdmacht van het VUe Franse leger worden stopgezet, tengevolge van de snelle opmars der Duitse troepen over Maastricht en het loslaten door de Belgen van de Albertkanaalstelling. De beschrijving heeft doen zien, dat van Vak Schaijk twee bataljons door de Langstraat nog binnen de Vg.Holland zijn gekomen, dat de troepen van de Vakken Asten en Weert zijn afgesneden, doch dat het gros van de troepen van de Vakken Bakel en Erp naar het W. is ontkomen. Hoewel geen volledig inzicht in de bevelvoering bestaat en met name niet nauw keurig van ogenblik tot ogenblik kan worden overzien, welk inzicht er in de toe stand bestond en welke middelen voor de bevelvoering beschikbaar waren, bestaat toch de indruk, dat bij meer doelbewuste en consequente bevelvoering (betere stafdienst) de mogelijkheid had bestaan, het gros van de troepen van de Vakken Bakel en Erp, die ten slotte vrijwel alle over Tilburg terug trokken, in de omgeving van Roosendaal onder controle te krijgen. Het gevangennemen van C.-Peel Div. tijdens zijn niet begrepen tocht van Breda naar Tilburg, schakelde de leiding bij de divisie geheel uit. De samenwerking met de Franse troepen heeft zich tijdelijk beperkt tot 6 G.B., een detachement van de veiligheidsbezetting van Willemstad (beiden onderdelen, die niet tot de Peel Div. behoorden) en tot het detachement, onder bevel van C.-27 R.I. ten Z.O. van Bergen op Zoom. Deze laatste nam een abrupt einde, juist toen de Duitse aanval los kwam. Dat het oordeel der Franse commandanten over de Nederlandse troepen niet gunstig was, is begrijpelijk, daar zij slechts te maken kregen met de op de terug tocht zijnde en door Duitse luchtaanvallen gedemoraliseerde troepen, die in elke oorlog een weinig verheffend beeld plegen te vertonen. Daarnaast leefde, noch bij de verschillende commandanten, noch bij de troep, het besef, dat samenwerking met de, bondgenoot geworden, Franse troepen plicht was. De Duitse opmars heeft in algemene zin volgens het plan plaats gehad, dat be- 451

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 469