Een zeer belangrijk samenstel van vernielingen werd gevormd door de beide
spoorbruggen over de Roer (1403 en 1453) en de verhakking in de Kapellerlaan
(1414).
De spoorweg van Vlodorp naar Roermond was, overeenkomstig de ontvangen
bevelen, niet ter vernieling voorbereid.
Volgens de aanwijzingen van de D.E.V. waren bij Vlodrop de wissels afwijkend
gesteld, zodat een aankomende trein aldaar eerst op een kopspoor reed. Hetzelfde
was geschied bij Herkenbosch, waar de bewakingspost zich recht tegenover de
wissel bevond. De leiding van de alarmtelefoon was ondergronds aangebracht-
Voorstellen tot het aanbrengen van vernielingsvoorbereidingen bij het spoor
wegviaduct bij Gebroek (nabij 1407), vroeger door C.-17 G.B. gedaan, waren
afgewezen. Zoals in Hoofdstuk I werd medegedeeld, waren meer uitgebreide
maatregelen ten aanzien van de spoorwegen in voorbereiding.
Voor vernieling van de Maasbrug (1419), de doorlaatbrug (1418) en het pont-
veer naast de brug was aangewezen het detachement politietroepen.
Er was echter, zoals eerder medegedeeld, een luitenant met een sectie van
4-17 G.B. voor de bewaking ingedeeld. Deze luitenant was brugcommandant,
stond als zodanig onder bevel van C.-le Comp. en had de verantwoordelijkheid
voor alle bewakingsmaatregelen en het springen van de brug bij gevaar voor in
handen vallen van de vijand.
In het vak der 2e Comp. waren ter vernieling voorbereid de veerpont bij Ooi
(1424), de stuw bij Linne (1457), de veerpont bij Linne (1423) en de brug over de
schutsluis bij Osen (1456).
In het vak der 3e Comp. was de veerpont te Wessem (1315) ter vernieling voor
bereid, waarvan de uitvoering ressorteerde onder de hierna bedoelde luitenant.
De vier bruggen over het kanaal NederweertWessem (1316, 1331, 1309,
1310), de sluis (1379) en het pontveer bij Wessem waren ter vernieling toegewezen
aan een vernielingsdetachement, onder bevel van een luitenant, welk detachement
was samengesteld uit personeel der genie en uit politietroepen. Het stond recht
streeks onder bevel van C.-17 G.B. Na het vervullen van zijn taak moest de luite
nant zich melden bij C.-17 G.B.
Zinkschepenversperringen waren voorbereid bij de stuw te Linne, de mond
van de Hambeek, de Roer en de Houthaven ten Z. van de brug en de Maashaven
ten N. van de brug. Hiervoor was een detachement torpedisten aanwezig en was
de militaire scheepvaartagent te Roermond ingeschakeld.
De B.C. heeft op 9 Mei te 19.00 naar aanleiding van een alarmerend bericht
van zijn zuiderbuurman omtrent troepenverplaatsingen tegenover Arnhem zijn
bataljon doen alarmeren, welk alarm echter door C.-Peel Div. een half uur later
werd afgelast, zodat het nog niet tot uitvoering is gekomen.
29