In de vooravond meldden de grenswachten rumoerige en opgewonden stem ming op Duits gebied, waar men gezang, paardengetrappel, hondengeblaf en motorgeronk hoorde. Deze berichten zijn naar de chefs doorgezonden. Op 9 Mei te 22.50 ontving de officier van piket van St.-17 G.B. een telefonische mededeling van C.-Peel Div. (bij monde van een officier van Sectie I), waarvan de in orginali bewaard gebleven potloodnotitie luidt Uit deze redactie blijkt niet duidelijk, dat de verhakking in de Kapellerlaan te Roermond, die ernstige beschadigingen aan huizen ten gevolge zou hebben, werd uitgezonderd. Aangezien de officier van piket niet op dit bevel kon handelen, deed hij de B.C. wekken, die daarop op de cp. verscheen. Bij het telefonisch gegeven uitvoeringsbevel van C.-17 G.B. aan de C. van de H.S.Z. werden van de uit te voeren vernielingen uitgezonderd de verhakking 1414 aan de Kapellerlaan, de Roerbruggen, de brug over de Hambeek (Roode brug) en de brug 1401 bij St. Odiliënberg, terwijl daarin nog bepaald werd, dat de asper geversperringen gesteld moesten worden, doch dat het doorknippen der draden nog niet mocht plaats hebben. Omtrent de verhakking in de Kapellerlaan pleegde de majoor overleg met de hoofdopzichter van fortificatiën over hetgeen kon geschieden. Deze verhakking toch lag tussen de huizen, zou daaraan schade veroorzaken en de bewoners moesten tijdelijk elders worden ondergebracht. Het resultaat was, dat de verhakking zou worden voorbereid, doch dat aanvankelijk enkele bomen bij de spoorwegovergang zouden worden geveld. C.-17 G.B. gaf tevens bevel voor zijn bataljon, dat te 3.00 de volledige graad van strijdvaardigheid moest ingaan, doch daarna kwam het bevel van de C.V. door, dat de volledige graad van de strijdvaardigheid te 4.00 moest ingaan, hetgeen later op last van de O.L.Z. werd vervroegd tot 3.00. Er blijkt uit de verslagen der C.Cn. niet duidelijk, of al deze wijzigingen tot de troep zijn doorgedrongen. Wel blijkt de wijziging van 4.00 in 3.00. 30 „Verhakkingen op de naar de grens leidende wegen O. Maas mogen worden gesteld in de meest „uitgebreiden vorm. Dus ook verhakk. die niet voorbereid zijn. Op de naar de grens leidende „tertiaire wegen mogen kleine kunstwerken worden vernield. Indien op de kunstwegen, welke „naar de grens leiden geen verhakk. aanwezig zijn mogen ook daarop kleine kunstw. worden „vernield. „Op spoorwegen geen vernieling uitvoeren. „Ik verwacht bericht van uitvoering. „Onmiddellijk doorgeven aan C.-H.S.Z. „Later: Burgerwerkkrachten mogen gevorderd worden." Deze notitie is door de burgemeester van Horn gevonden in de cp. van C.-17 G.B. en aan deze in Juni 1940 ter hand gesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 48