en de ploegen bij 1417 en 1422 opdracht gegeven, voor overmacht terug te wijken en viel daarna in 's vijands handen. De onder de sergeant-majoor gestelde ploegen bij 1413, 1405 en 1406 hebben de verhakkingen gesteld en de draden der aspergeversperring doorgeknipt. De ploeg van 1405 heeft de vijand met vuur ontvangen en een Duits soldaat doen sneuvelen. Volgens Duitse gegevens werden in de O.rand van Maasniel de eerste verliezen geleden. Uit een mededeling van C.-2-17 G.B. blijkt, dat deze na zijn gevangenneming heeft waargenomen, dat een pantsertrein het viaduct bij Gebroek passeerde en doorstoomde naar Roermond. Deze trein heeft te Roermond troepen ontladen en is daarna doorgestoomd naar Buggenum. Uit vorenstaande beschrijving blijkt, dat de Hindernissectie-zuid, niettegen staande het vroegtijdige en verrassende van de aanval, haar taak ten volle heeft vervuld, ondanks tegenbevelen van C.-Peel Div. De vier bruggen zijn vernield, alle verhakkingen zijn tijdig gesteld en van alle aspergeversperringen zijn de stalen kabels doorgeknipt. De vier aangevallen grenswachten wisten het alarmsein te geven en van twee konden de motorordonnansen de overvalling bovendien persoonlijk melden. De afdeling, te zamen met de versterking van 4-17 G.B., had 17 gewonden, waarvan één later aan de verwondingen bezweek. De overrompeling van de brug is door het optreden van het personeel ten O. van de Maas mislukt en de brug kon tijdig springen te ongeveer 3.50. Uit de handelingen van deze sectie blijkt, dat het personeel met ernst is bezield geweest en grondig is geïnstrueerd, waarvoor de eer vanzelfsprekend terug valt op de B.C., die zich ondanks moeilijkheden hiervoor zeer heeft ingespannen. Evenals elders wordt in het dagboek van de Duitse 19e Div., die bij Roermond aanviel, geen melding gemaakt van de overvalpatrouille, die door de waakzaamheid in Roermond faalde. Deze is volgens afzonderlijke bevelen uitgezonden en werd verder doodgezwegen. Thans zullen nog de maatregelen ten opzichte van de zinkschepenversperringen worden medegedeeld. De militaire scheepvaartagent te Roermond was een adjudant onderofficier van het Vrijw. Landstormkorps Vaartuigendienst. Als technisch ambtenaar van de gemeente Roermond was hij met ambtsverlof, doch hij keerde bij de intrekking van de verloven op 7 Mei terug. Op die dag ontving hij van de D.E.V. opdracht, schepen met ballast te doen beladen en te doen transporteren naar de stuwen te Linne, Weerd (N. van Roermond), Belfeld (Z. van Venlo) en Sambeek. 40

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 58