De brug C. begaf zich daarna naar de meest oostelijke post en op dat ogenblik kwamen twee geestelijke verzorgers uit Roermond bij de brug, die ten O. van de Maas geestelijke bijstand hadden verleend en ditzelfde deden ten opzichte van het personeel op de brug Zij waren min of meer opgewonden, evenals een groot deel van de burgerij te Roermond en de luitenant geleidde hen door de verschillende versperringen over de brug en keerde terug naar de meest oostelijke post. Hier trof hij C.-2e Comp. (1.15 a 1.30). Te zamen met deze kalmeerde hij vele burgers, die naar het W. wilden afreizen. Hij verklaart, omtrent het gebeurde in de Kapellerlaan geen enkele mededeling te hebben ontvangen, vóórdat hij de hoofdopzichter van fortificatiën sprak (zie hierna). Deze mededeling kan moeilijk worden aanvaard, omdat dit voorval, zij het in de vorm van een gerucht, bekend is geworden bij de stuw te Weerd, de brug C. te Buggenum, C.-III-41 R.I. en de brug C. te Venlo. Deze laatste meldt, het vernomen te hebben van de C. der Ptr. op de brug te Roermond. Het is vrij onwaarschijnlijk dat deze daarvan niets aan de luitenant zou hebben medegedeeld en dat ook C. Ie Comp. dit niet zou hebben gedaan. C.-le Comp. verklaart, te ongeveer 2.15 omtrent het gebeurde in de Kapellerlaan telefonisch te zijn ingelicht. Te ongeveer 3.30, dus ruim een uur later, ontving hij bevel van de B.C., de brug te laten springen. De aanleiding hiertoe was het volgende. Nadat de B.C. het bericht over het gebeurde in de Kapellerlaan had ontvangen en doorgegeven, gebeurde er een tijdlang 2.00 tot 3.30) niets. Daarop kreeg hij echter uit verschillende mededelingen aangaande het overvallen van grens wachten (o.a. uit St. Odiliënberg) de overtuiging, dat de aanval was ingezet, wes halve hij besloot, de brug te doen springen. C.-le Comp. gaf het bevel telefonisch door aan de C. der Ptr. bij de brug, die zich naar de brugcommandant begaf en het bevel mededeelde. De luitenant deed eerst de wachten-oost en -west terugtrekken en begaf zich met de C. der Ptr. naar het explosie-piket. Hij stak zelf de windlucifer aan, doch op dat ogenblik werd geschreeuwd: „brug niet springen", waarna een korporaal der Ptr. buiten adem kwam mededelen, dat een tegenbevel was ont vangen. Er was het volgende gebeurd. C.-17 G.B. had van zijn bevel rechtstreeks mede deling gedaan aan C.-Vak Weert, C.-Peel Div. en C.-III L.K. C.-Peel Div. had juist voor het ontvangen van deze mededeling in zijn staf besproken, dat het geval in de Kapellerlaan scheen mee te vallen, daar in een uur niets was gehoord. Hij twijfelde aan de noodzakelijkheid, de brug te doen springen, daar hij geen andere mededelingen omtrent grensoverschrijding had vernomen 43 Een daarvan was de hulpaalmoezenier van St.-Lichte Divisie uit Boxtel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 61