Te ongeveer 6.30 nam de vijand de kazematten B.5 en S.61), die zich tussen de
oude Maasarm en de verlegde Maas bevonden, onder vuur met artillerie, die goed
gedekt stond opgesteld bij Maasbracht en de uitwerking, die bij Wessem werd
waargenomen, was groot. In de kazemat S. 6 werd de mitrailleur vernield, vóórdat
een schot was gelost en een soldaat sneuvelde.
B.5, die flankerend in N. richting vuurde, kreeg tussen 7.30 en 8.00 twee vol
treffers, waardoor een sergeant werd gedood en twee soldaten zwaar werden
gewond, waarvan er een later aan zijn verwondingen is overleden.
De bezetting had niettegenstaande de Duitse beschieting onafgebroken gevuurd.
Slechts een soldaat van het drietal overleefde de strijd.
De kazemat S.76 in het nevenvak bij de sluis in het Julianakanaal heeft gevuurd
op de vijand bij Maasbracht en op de hieronder vermelde pantserwagens, doch
werd door de bezetting der eerder genoemde kazematten niet gehoord.
De sergeant sectie C. van B.5. en B.6 bevond zich met 16 man in de beide semi-
permanente opstellingen Deze zetten nog tot ongeveer 9.00 de strijd voort, op elk
zichtbaar doel vurende, ondersteund door het vuur uit B.4 te Wessem.
Ook deze kazemat werd uit Maasbracht onder vuur genomen door artillerie en
later door twee met kanonnen bewapende vechtwagens, die weliswaar werden ge
dwongen, terug te gaan, doch nog kans hadden gezien, het schietgatraam van S.3
te doorboren, waarbij een sergeant en een soldaat werden gedood en een soldaat
zodanig werd gewond, dat hij later overleed. B.4 vuurde echter nog door.
Omstreeks 8.00 verzocht de luitenant te Wessem aan zijn C.C. om geneeskun
dige hulp en pag.
De kapitein zond hospitaalsoldaten en verzocht aan C.-2e Comp. om het enige
aanwezige stuk pag. naar Wessem te zenden.
Op de linker vleugel van de compagnie had men te 6.30 troepen van Linne naar
Maasbracht zien marcheren en uit kazemat 201 had de zich aldaar bevindende
sectie C. gezien, dat uit Brachterbeek een stuk artillerie met een trekker was op
gereden en in stelling was gebracht.
De omgeving van deze kazemat en van G.202 werd onder mitrailleurvuur
gehouden, evenals G.203 en G.204, doch de Duitsers op de O. oever konden
niet worden waargenomen door het hoge gras.
Door het artillerievuur op de kazematten B.4, B.2 en S.l en op Wessem werd
een meterput van de gasleiding, lopende van Staatsmijn Maurits naar Eindhoven,
geraakt en het uitstromende gas raakte in brand.
Kazemat B.2 werd door 2 projectielen getroffen, waarop 4 man de kazemat
verlieten, waarvan er een werd gedood en een gewond. De korporaal vuurde door,
heeft tweemaal storing van zijn mitrailleur opgeheven, doch, toen na enige treffers
57
Het kort vóór 10 Mei gestorte beton was nog vers.