daarop teruggemeld bij C.-3e Comp., die hem naar zijn eigen compagnie terugzond. Reeds te 8.00 had de C. van de 3e Comp. door de linker sectie een patrouille naar de N. oever van het kanaal doen zenden, die tegen 12.00 door een vijandelijke afdeling van ongeveer 100 man, welke naar brug 1310 oprukte, onder steun van vuur, dat op het gehucht Pol lag, werd teruggedreven, waarbij een soldaat sneuvel de. Vervolgens werden de bezettingen van G.203 en G.204 en een nabij gelegen s.p.o. gevangen genomen. De sergeant-majoor sectie C. had zich in een huis teruggetrokken, waar hij verband met de patrouille had gehouden, doch dit huis werd getroffen; toen daarna de Duitsers het gehucht doorzochten en dit half vernielde huis voorbij trokken, bleef hij met 10 man de gehele middag ter plaatse. De beide noordelijke sectiën, onder bevel van een luitenant en een sergeant majoor, bleven eveneens de gehele middag in de opstellingen. Toen de 2e Comp. te 15.00 was teruggetrokken (zie hierna), was de 3e Comp. in het N. niet meer aangeleund. Nadat G.203 en 204 waren vermeesterd, belette de luitenant met geweer vuur een verder doordringen over het open terrein, doch toen op de oostoever een kanon in stelling werd gebracht, dat het vuur opende, kroop hij onder het vuur naar zijn cp., die hij door zijn toegevoegd personeel verlaten vond. De sergeant, die met dat personeel te 15.00 was teruggetrokken, bereikte zelf de Peel- Raamstelling, terwijl het personeel te Heel werd gevangen genomen. De C.C. te Heel had, toen het avond werd, naar hij verklaart, al urenlang Duitse troepen over de kunstweg RoermondHornIttervoort1) horen trekken en wist ook uit een bericht van een uitgezonden motorordonnans, dat de Duitsers door Horn waren. Hij besloot daarop te 18.00, de verdere weerstand op te geven. De compagnie telde toen nog 5 lt.mitrailleurs en aan de Maas 50 man. Hij zond de drie nog aanwezige sectie Cn. bevel, te verzamelen te Heel, waaraan werd gevolg gegeven; de laatste sectie, die van de luitenant, kwam eerst in het donker te Heel aan, na de wapens te hebben vernietigd. De verzamelde delen van de compagnie werden op 11 Mei te 4.00 te Heel krijgsgevangen gemaakt. Uit de Duitse gegevens blijkt, dat te Wessem, Maasbracht en verder zuidelijk is aangevallen door de 14e Duitse Divisie, waarvan de N.vleugel oprukte over St. Odiliënberg—Linne. Nadat de Duitsers de Maas hadden overschreden, zijn zij dwars door het terrein opgerukt naar de kunstweg WessemMaaseik, nadat zoals na de capitulatie in 1940 bleek zij door opgejaagde koeien een bres in de landmijn-versperring hadden doen maken. Er werd onmiddellijk met brugslag begonnen, terwijl het overzetten met vlotten en rubberboten doorging. De hier overgetrokken troepen rukten vervolgens via Thorn op naar België. 61 Zij hebben, zoals reeds is medegedeeld, een omweg over brug 1309 moeten maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 79