en daarna ging de brug de lucht in met de zich daarop bevindende 20 a 30 Duit sers, die volgden. Door het optreden van deze flinke onderofficieren en korporaals mislukte dus ook hier de overvalling. De det.C. meldde het voorgevallene aan C.-le Comp., die het doorgaf, zodat zeer spoedig dit feit langs de hiërarchieke ladder ook de O.L.Z. bekend werd. Deze brug is enkele ogenblikken na die te Roermond, tussen 3.50 en 4.00, ver nield. C.-17 G.B. heeft dit, staande buiten zijn cp., geconstateerd. De gewonde korporaal werd naar Buggenum gebracht. Na de overrompeling van de wacht op de oostzijde hebben de Duitsers een lichtsein afgeschoten en ongeveer 20 minuten later naderde uit de richting Roer mond een pantsertrein, bestaande uit een lage, vier hoge wagens, daarna de loco motief, vier hoge en een lage wagen. De det.C., die zich in de kazemat-noord had opgesteld, gaf de kanonnier bevel, op de locomotief te schieten en aan de mitrailleurschutter, te spreiden onder de bodem van de wagens. Toen de trein in het midden van het schootsvak was, gaf hij het bevel „vuren". Na twee schoten sprong de ketel van de locomotief en vervolgens werden de hoge wagens in brand geschoten; de voorste en achterste brandden niet, daar zij met keien waren geladen. Na een pauze, die tot ongeveer 5.00 duurde, reed een goederentrein op, die buiten het schootsveld der kazematten bleef en met een kanon het vuur opende op de kazematten, terwijl een groot aantal Duitse soldaten de trein verliet. Onder vuur genomen uit de kazematten van de infanterie, werd dit vuur be antwoord. Daarop verdween deze trein en naderde infanterie de Maas, terwijl de spoorbaan op de W.oever onder mitrailleurvuur werd genomen uit N.O. en Z.O.-richting. Onder dekking van artillerievuur, afgegeven uit de omgeving van Tegelerije, naderden de Duitsers en wisten zij noord van de spoorweg de kade aan de Maas te bereiken. Van daar werd hevig vuur afgegeven, in het bijzonder op rivierkazemat- noord, waar de bezetting zich geducht weerde. Op dit riviergedeelte werd ge vuurd door de rivierkazemat, de kazematten B.37, B.33 en B.35. Kazemat S.46 viel spoedig door storing uit, doch de overgangspoging, met rubberboten in dit ge deelte ondernomen, faalde. Ten Z. van de spoorweg was de aanvaller door de hoge spoordijk aanvankelijk goed beveiligd, terwijl het terrein door plaatselijke hoogteverschillen veel dekking bood tegen vuur van B.30, terwijl B.36 slechts een klein deel kon bevuren. In rivierkazemat-zuid werd te ongeveer 7.00 het kanon en te ongeveer 8.00 de mi trailleur buiten gevecht gesteld. Bij de nadering van de rivier kwamen de Duitsers echter onder vuur van kazemat-noord, die onder de brug door kon schieten. 77

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 95