en de bij de 3e Comp. ingedeelde sectie zware mitrailleurs Z.O. van de Monsterse
weg zou oprukken.
Omstreeks 11.00 was 1-I-R.J. met de vier sectiën naast elkaar (van rechts naar
links: le, 2e, 3e en 4e), gereed voor de opmars. Nadat nog, zonder nadelig gevolg,
een vuurstoot was afgegeven door de vijandelijke mitrailleur, rukte de compagnie
op met de rechter sectie langs de Monsterse weg, waar al spoedig de door de vijand
verlaten, haastig gegraven mitrailleuropstelling werd aangetroffen. Bij de oprijlaan
naar het landgoed Ockenrode lag een aantal verlaten Nederlandse geweren en
uitrustingstukken. 1) De sectie zware mitrailleurs verplaatste zich intussen Z.O.
van de weg.
Tijdens de voortzetting van de opmars kwamen de 3e en 4e Sectie van 1-I-R.J.
plotseling in contact met een groep Duitsers, opgesteld nabij een vliegtuig, dat
kennelijk op de open strook aldaar tussen de bossen was geland. Er ontstond een
vuurgevecht en de voorwaartse beweging dezer beide sectiën kwam hier, halver
wege tussen de landhuizen Ockenrode en Ockenburg, tot staan.
Van de links van 1-I-R.J. in opmars zijnde 2e Comp. werd geen steun ontvangen
en niets bemerkt.
Tijdens het vuurgevecht sneuvelden al spoedig twee jagers, terwijl een onder
officier zwaar werd gewond. Men slaagde erin dekking te vinden achter een aarden
wal, waarheen ook de gewonde zich kruipende in veiligheid wist te stellen, waarna
deze werd afgevoerd.
Later werd nog een man gewond en sneuvelde een uitgezonden ordonnans.
Van 12.00 af zagen 3e en 4e Sectie geen kans meer terrein te winnen.
De le en de 2e Sectie waren intussen opgerukt tot ter hoogte van de oprijlaan
naar Madestein. De C.C. en enige manschappen van zijn commandogroep ge
raakten aldaar plotseling onder vuur, waardoor een korporaal gedood werd en een
man gewond geraakte.
Bij de verdere opmars, waarbij door de slechts weinig dekking biedende tuinde
rijen terrein moest worden gewonnen, nam het vijandelijke vuur in hevigheid toe
en werden drie man buiten gevecht gesteld, zodat al spoedig zo goed mogelijk
dekking moest worden gezocht en de voorwaartse beweging ook hier tot staan
kwam.
Intussen was C.-3-I-R.J. met de sectie zware mitrailleurs Z.O. van de Mon
sterse weg opgerukt tot de rand van het bedekte terrein van Madestein, waar delen
der 3e Comp. werden aangetroffen. Deze waren hier eveneens door vijandelijk
vuur tot staan gebracht. De vijand bleek o.a. opstelling te hebben genomen op de
Belvedère, ook wel Paalberg genoemd, een begroeide hoogte aan de Z.O.zijde
van de Monsterse weg, ongeveer 300 m voorbij de toegangsweg naar Madestein,
welke de omgeving volkomen beheerste. 2)
Ook hier kwam daardoor de voorwaartse beweging tot stilstand.
Van omstreeks 12.00 tot 16.30 bleven de le en de 3e Comp., waarbij de sectie
83
Deze waren, evenals de lichte mitrailleur, waarmee door de Duitsers nabij Bloemendaal was
gevuurd, afkomstig van een groep van 3-I-R.J., die in gevangenschap was geraakt.
2) Deze hoogte is in 1950 geslecht.