zware mitrailleurs, ter weerszijden van de Monsterse weg in een vuurgevecht
gewikkeld met de vijand, die zeer goed gecamoufleerde opstellingen had inge
nomen. Tijdens dit gevecht vielen aan Nederlandse zijde nog enige doden (waar
onder C.-3-I-R.J.) en gewonden, zodat de verliezen bij beide compagnieën en de
sectie zware mitrailleurs ten slotte opliepen tot 22 gesneuvelden, waaronder een
kapitein en vier onderofficieren.
De 2e Compagnie, waarbij de B.C. zich bevond, was intussen onder vuur ge
nomen uit de richting van Blijrust en het vliegveld. Een onderofficier van de
bataljonscommandogroep geraakte gewond. Een soldaat van de 2e Compagnie
sneuvelde.
Teneinde de vijandelijke weerstand bij Blijrust te breken, besloot de B.C. de
sectie mortieren in stelling te laten komen en daarmede de boerderij e.o. onder
vuur te nemen. Juist toen hij de opdracht daartoe zou geven, bereikte hem echter
het bericht, dat het vliegveld Ockenburg weder door de Nederlandse troepen was
bezet en, daar Blijrust slechts 200 m van dat veld was verwijderd, nam hij aan,
dat ook die boerderij in eigen handen zou zijn.
Tot omstreeks 16.30 trad geen verandering in de toestand in. Op dat uur kreeg
C.-I-R.J. van C.-R.Gr. telefonisch bevel, snel de oorspronkelijk gegeven opdracht
om naar Loosduinen op te rukken, uit te voeren. Op de vraag van C.-I-R.J. of
door zijn bataljon niet eerst de Duitse weerstanden in het bedekte terrein zuid
van het vliegveld moesten worden opgeruimd, werd afwijzend beslist.
Daarop gaf C.-I-R.J. aan C.-2e Comp. opdracht, in Z.O.richting op te rukken
naar de Monsterse weg en begaf hij zich zelf met zijn commandogroep via het
landgoed Ockenrode daarheen.
Op de Monsterse weg werd de colonne geformeerd en opgerukt in volgorde:
le Comp., 3e Comp., 2e Comp. (min twee Sn.), M.C. (min een sectie), Sectie-48
C.Mr., Sectie-2-II-R.Gr. waarbij een sectie zware mitrailleurs. Twee sectiën van
de 2e Comp. kregen opdracht de linkerflank der colonne te beveiligen door links
van de kunstweg de rand van het bedekte terrein te volgen en de vijand aldaar
te binden.
De le Comp. moest de weerstanden aan de Monsterse weg breken.
Toen omstreeks 18.00 de voorwaartse beweging werd ingezet, bleek de Belvedère
intussen door de vijand te zijn verlaten.
Nadat nog een enkele wegversperring was opgeruimd, kon de verdere opmars
ongehinderd geschieden. Omstreeks 19.00 was I-R.J. te Loosduinen.
Voor de aldaar verder getroffen maatregelen wordt verwezen naar Hoofdstuk IV.
84