ment het vliegveld hadden verlaten en kort voor 7.00 van C.-l-III-R.Gr. bevel hadden ontvangen, naar de door hen verlaten stellingen op het vliegveld terug te keren, waarin zij door het vijandelijke vuur niet waren geslaagd. Gezamenlijk werd thans deze poging herhaald, waarbij een groep op de linkerflank als beveiliging werd uitgezonden. Deze groep geraakte onder vuur, waardoor de groepscomman dant werd gewond en één man sneuvelde. De rest slaagde erin, het open terrein Z.O. van hoeve Ypenburg zonder verliezen kruipende te doorschrijden en om streeks 11.30 de weg in aanleg te bereiken. Tijdens de verdere opmars werd mitrailleurvuur ontvangen uit de commando toren van het hoofdgebouw van het vliegveld, terwijl men bovendien op zeer korte afstand verrassend door geweervuur en handgranaten werd bestookt en een vijftal Duitse jachtvliegtuigen mitrailleurvuur afgaven. C.-2-II-R.Gr. gelastte daarop terug te gaan tot ongeveer 500 m N.W. van de hoofdingang van het vliegveld, waar de bomen langs de rijksweg enige gezichts dekking boden tegen de vijandelijke luchtstrijdkrachten. C.-le Sectie-2-III-R.Gr. trok vervolgens met zijn manschappen terug naar de Hoornbrug, waar hij zich meldde bij wd.C.-III-R.Gr. C.-2-II-R.Gr. bleef met de overigen ter plaatse en zond aan C.-II-R.Gr. het verzoek, de gebouwen op het vliegveld onder artillerievuur te laten nemen, aan welk verzoek tussen 13.15 en 13.30 werd voldaan. Omstreeks 14.00 rukte 2-II-R.Gr. (intussen versterkt met één van de drie te Loosduinen achtergelaten sectiën) opnieuw op, thans langs de weg, links aan geleund aan 3-II-R.Gr., waarna omstreeks 14.15 het vliegveld werd bereikt zonder dat verliezen waren geleden. Een groot aantal door de eigen artilleriebeschieting in vrijheid geraakte man schappen van III-R.Gr., waaronder verscheidene gewonden, werden nabij het veld aangetroffen. Kort daarna werd van C.-II-R.Gr. bevel ontvangen het vliegveld te ontruimen aangezien dit door Engelse vliegtuigen zou worden gebombardeerd. Aan dit bevel kon nog juist op tijd uitvoering worden gegeven. Na gedurende het bombardement in dekking te hebben gelegen nabij de ingang van het vliegveld, werd (vermoedelijk op bevel van C.-II-R.Gr.) de terugtocht naar de Hoornbrug aanvaard. 3-II-R.Gr. Van deze compagnie is de 2e Sectie west van de Vliet gebleven, waar zij in een vuurgevecht gewikkeld was met vijand die zich ophield in een boerderij en een verffabriek aan de andere zijde van de Vliet (zie hierna). De C.C. met een gedeelte der commandogroep, de 3e Sectie en de 4e Sectie waren vermoedelijk pas tussen 11.30 en 12.30 bij de Hoornbrug, waar de le Sectie toen nog niet was aangekomen. Hoe het bevel van de C.C. voor de opmars naar Ypenburg precies heeft geluid, is niet bekend. De 4e Sectie is als rechter voorsectie oost van de kunstweg opgerukt en bereikte 98

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 116