III-9 R.I. C.-III-9 R.I. ontving omstreeks 8.00 van zijn R.C. bevel, zo spoedig mogelijk in te vorderen auto's naar Voorburg te vertrekken. Dit bevel was een uitvloeisel van het door C.-I L.K. genomen besluit om III Div., gelegerd tussen Haarlem en de Oude Rijn, naar het zuiden aan te trekken en gedeeltelijk in te zetten tegen de luchtlandingstroepen zuid van 's-Gravenhage. In verband daarmede was omstreeks 7.15 door C.-I L.K. aan C.-III Div. het volgende bevolen: „Verplaats een bataljon van 9 R.I. met middelen van versneld vervoer over Leiden en Voorschoten naar Voorburg, teneinde aldaar gemelde Duitsche troepen te verdrijven. Hierna komt dit bataljon ter beschikking van C.-I Div.". Omstreeks 10.30 marcheerde III-9 R.I., versterkt met een sectie-9 C.Pag., in een groot aantal autobussen en vrachtwagens uit Haarlem afin volgorde le Comp., S.Pag., Staf, 2e Comp., M.C., 3e Comp. De gevechtstrein, de keukentrein en de goederenauto's ontvingen opdracht op eigen gelegenheid te volgen via Leiden-Voorschoten-Leidschendam. Toen het hoofd der colonne Oegstgeest bereikte, bleek dat het weggedeelte naar de Haagse Schouw onveilig was in verband met vuurgevechten, welke in de omgeving plaats vonden. Een soldaat in een der voorste autobussen werd hier licht gewond door een schot in de arm. Daarom werd de hoofdweg verlaten en over Leiden naar Voor schoten gemarcheerd, waar de B.C. een sectie van de le Comp. in twee autobussen op 500 m afstand vooruit zond. Omstreeks 12.30 werd zonder incidenten Voorburg bereikt, waar de B.C. enige inlichtingen omtrent de toestand ontving van C.-I L.K.T. Het bataljon werd uitgeladen, waarna de B.C. de 2e en de 3e Comp. beveiligende opstellingen deed innemen langs de spoorbaan 's-Gravenhage-Gouda ter weers zijden van het viaduct. De le Comp., waarbij de sectie pag., werd bijeengehouden nabij het station Voorburg en ontving omstreeks 13.00 van de B.C. bevel, naar de Geestbrug op te rukken en het terrein rechts en links van de Vliet te zuiveren. L) De C.C. gaf een zijner sectiën opdracht de weg oost van de Vliet te volgen, en rukte zelf met twee sectiën en de sectie zware mitrailleurs, op 500 m in front be veiligd door een sectie en het stuk pag., van station Voorburg langs het Westeinde op. De commandant van de beveiligende sectie had van de C.C. opdracht ont vangen, tot de Geestbrug op te rukken. 108 0 Zo luidde althans de opdracht volgens C.-III-9 R.I. Volgens C.-I Div. gaf deze om 12.05 aan C.-III-9 R.I. bevel „op te rukken, het hoofd nabij Geestbrug en zich aldaar op te stellen in af wachting van nadere bevelen". Volgens C.-1-III-9 R.I. kreeg deze omstreeks 13.00 van zijn B.C. opdracht om „met zijn com pagnie, waaraan toegevoegd één stuk pag. en een sectie zware mitrailleurs, vooruit te gaan; de driehoek, gevormd door de spoorbaan Den Haag-Gouda, de kunstweg Voorburg-Hoornbrug (Rijswijk) en de Vliet te zuiveren en de villa Leeuwenbergh, ten oosten van Geestbrug, die bezet was met Duitschers, te bemachtigen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 126