Uit een en ander blijkt duidelijk, dat naar aanleiding van de bevelen tot ont ruiming van het vliegveld in verband met het Engelse bombardement, de onder delen grotendeels teruggegaan waren tot de omgeving van de Hoornbrug. C.-II-R.Gr. stond daardoor min of meer voor een „fait accompli" en gelastte daarom aan alle onderdelen te verzamelen bij de Hoornbrug, teneinde aldaar zijn bataljon weer in de hand te krijgen. Welke bevelen door C.-II-R.Gr. overigens nog zijn gegeven, valt niet meer na te gaan. Uit de gevechtsverslagen van de ondercommandanten blijkt het volgende. C.-2-G.B.Gr. ontving bij de Hoornbrug de mondelinge opdracht van C.-II-R. Gr., aan de westzijde van de rijksweg op te rukken naar Ypenburg en het terrein van vijand te zuiveren. De compagnie (min le en 4e S.) rukte met haar twee sectiën langs de rijksweg op. Toen de voorste sectie (3e S.) de ingang van het vliegveld was gepasseerd, ont ving zij vuur uit de Hoeve Loos, waartegen zij gedekte opstellingen innam. Nadat drie lichte mitrailleurs in stelling waren gekomen, zond C.-2-G.B.Gr. bericht aan C.-II-R.Gr., dat de gevechtsaanraking tot stand was gebracht. Korte tijd hierna (omstreeks 19.30), vertoonde de vijand een witte vlag en be gaven zich de Duitse verdedigers van hoeve Loos, voorafgegaan door de aldaar ondergebrachte Nederlandse krijgsgevangenen (waaronder C.-2-III-R.Gr.), naar de rijksweg, waar zij de wapens neerlegden. De overgave van de hoeve Loos was blijkbaar voor de vijand het teken om ook elders de strijd te staken, want van alle zijden kwamen groepjes Duitsers naar de rijksweg, waar zij zich aan de Nederlanders overgaven. Spoedig was een 150-tal officieren, onderofficieren en manschappen krijgs gevangen gemaakt, waaronder de commandant van het Ie Bataljon van het 2e Regiment Valschermjagers, Hauptmann Noster. Zij werden op last van C.-II- R.Gr., die intussen bij de ingang van het vliegveld was aangekomen, door 2-G.B. Gr. afgevoerd naar Rijswijk en vandaar, na fouillering en registratie, naar Den Haag. Ook 2-II-R.Gr. (min twee Sn.), delen van 3-II-R.Gr., M.C.-II-R.Gr. en S. 47 C.Mr. hadden intussen Ypenburg bereikt en beijverden zich deel te nemen aan het verzamelen en ontwapenen der krijgsgevangenen. De daardoor ontstane dooreenmenging van onderdelen was zodanig, dat de voortzetting van de opmars naar Delft geruime tijd op zich liet wachten. Tenslotte werd afgemarcheerd, en omstreeks 23.00 bereikten het zeer zwakke II-R.Gr. en de sectie mortieren zonder verdere gevechten de stad. De B.C. was er niet in geslaagd 3-II-R.Gr. te doen volgen. In de loop van de avond verzamelden de manschappen dezer compagnie te Rijswijk, waar zij de nacht doorbrachten. 111 i) Volgens C.-II-R.Gr. had C.-I Div. hem omstreeks 18.00 gelast, zijn bataljon achterwaarts te verzamelen. C.-I Div. ontkent dit echter. Het is ook niet aan te nemen, dat de D.C. een dergelijke opdracht, waardoor veel tijd verloren zou gaan, zal hebben gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 129