C.-4-4 Dep.Bat. ontving omstreeks 18.30 van C.-II-R.Gr. opdracht één sectie te zenden naar de Johannahoeve en deze hoeve, welke door een stuk geschut onder vuur zou worden genomen, onmiddellijk daarna te bestormen. De le Sectie vertrok daartoe van de wielerbaan in de richting van het haar aangewezen object en bereikte dit, nadat de vijand zich reeds had overgegeven. Zij nam daarna deel aan de terreinzuivering in de omgeving van de hoeve, waarbij een aantal parachutisten in haar handen viel. Intussen rukte de C.C. met de 2e Sectie op naar vliegveld Ypenburg, waar de vijand toen reeds de wapens had neergelegd. Hij deed op last van C.-II-R.Gr. een opstelling innemen nabij de hoofdingang. De le Sectie sloot in de loop van de avond aldaar aan. C.-III-R.Gr. voerde met 1-III-R.Gr. (min le en 3e S.), de 3e Sectie van 2-III- R.Gr. en 3-III-R.Gr. een zuiveringsactie uit ter weerszijden van de Molentocht. Er werd een aantal gevangenen gemaakt en enige groepen drongen door tot voorbij de watermolen aan de N.O.punt van het vliegveld. Tegen het invallen der duisternis werd, onder medevoering van krijgsgevange nen en buit, naar Rijswijk teruggekeerd en aldaar tot legering overgegaan. III-9 R.I. C.-III-9 R.I. beschikte bij de Hoornbrug over de le Compagnie (verminderd met de le Sectie, die nog samen met de le Sectie-M.C. zuiveringsacties uitvoerde in de omgeving van Vredenoord), de 3e Compagnie (verminderd met een sectie en een groep die te Voorburg ter beschikking waren gesteld van C.-I L.K.T.) en de M.C. (verminderd met de le Sectie). Op bevel van de B.C. moest C.-1-III-9 R.I. met zijn compagnie, verminderd met de le Sectie, maar versterkt met een sectie van 3-III-9 R.I. en de 2e Sectie- M.C., van de Hoornbrug oprukken naar Delft, daarbij de oude weg langs de Vliet volgende. Op last van C.-I Div., die zich bij de Hoornbrug bevond, ving de compagnie de mars aan zonder te wachten op de sectie van 3-III-9 R.I. Zij bereikte omstreeks 20.00 de N.rand van Delft nadat de C.C. maatregelen had genomen voor de ge neeskundige verzorging van een aantal gewonde Duitsers, die in de fabriek Hopax aan de Vliet werden aangetroffen. Van de aankomst te Delft zond de C.C. bericht aan zijn B.C., waarna hij zich meldde bij de kantonnementscommandant. 3-III-9 R.I. (min 3e en 4e S.), versterkt met de 4e S.-M.C. en een sectie-9 C.Pag., werd omstreeks 20.30 per autobus naar Delft vervoerd en ter beschikking gesteld van C.-6 Dep.Bat. aldaar (zie hierna). De 3e Sectie, die ingedeeld had moeten worden bij 1-III-9 R.I., trof deze com pagnie niet meer aan en trok zelfstandig naar vliegveld Ypenburg waar zij deel nam aan het gevangen nemen van de Duitse troepen in de omgeving daarvan. 112 0 De 2e Compagnie was, zoals reeds vermeld, ingezet aan de Z.W.rand van Rijswijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1954 | | pagina 130